(•>1 sloot c. 2den September d. a. v. herbesteed het rioleeren van de Prins-Willemstraat, de Keizerstraat en deMarcelis- straaten het maken van een nooduitlaat van de Keizerstraat door de Marcelisstraat naar het Kanaal. Het werk werd na de herbesteding gegund. Het stoomgemaal aan de Badhuiskade werd inge richt om nevens zijn oude functie tot doorspoeling van de Scheveningsche riolen, ook die van bemaling der riolen in het Hollandsch Belgischepark en in een deel van het Nieuwe-Park te kunnen verrichten. a. Den 5den Februari vergaderde de Commissie uit Gedeputeerde Staten, bedoeld in artikel 10der Wet van 28 Augustus 1851 (Staatsblad 125), ten einde de bezwaren aan te hooren tegen het plan tot onteige ning van een perceel, waarvan de onteigening bij de wet van 7 December 189(5, Staatsblad 182, van alge meen nut was verklaard. Bij Koninklijk Besluit van 26 Februari volgde de eindaanwijzing van dit perceel, overeenkomstig artikel 14 der Onteigeningswet. Met de eigenaren der voor de demping der Eland- sloot c. a. ter onteigening aangewezen perceelen of Tengevolge van het Raadsbesluit van 29 April houdende onder meer goedkeuring van den aanleg van een weg rondom Zorgvliet op terreinen van Mr. A. E. H. Goekoop en van een stratenplan op terreinen van denzelfden eigenaar tusschen de Beeklaan en het Afvoerkanaal benoorden de Laan-van-Meerdervoort kwam de gemeente in het bezit van een terrein voor den bouw van het groote stoomgemaal der rioleering van ’s-Gravenhage. Den 26 Juli werd aan het Hoogheemraadschap Delf land vergunning gevraagd voor de stichting van het stoomgemaal en voor het maken van die werken de nieuwe rioleering betreffende, welke in aanraking komen met de keuren van het Hoogheemraadschap. Het opmaken van de bestekken voor de openbare aanbesteding werd inmiddels met kracht ter hand genomen. 3°. Sloot en.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 65