88
wel 99 meisjes
Op de in de inrichting gehouden spreekuren van
verschillende geneeskundigen werden /4O4 patiënten
behandeld.
Buiten de inrichting werd hulp verleend in 108 ge
winnen in de Gemeente en 33 daarbuiten het aantal
verpleegdagen bedroeg 2100.
Voorts werd aan twee wijken van predikanten alhier,
aan een te Wolvega en aan een te Vlaardingen hulp
verleend.
In de Sophiastichting werden in het afgeloopen jaar
144 kinderen verpleegd en wel 99 meisjes en 45
jongens.
Zij waren afkomstig uit:
’s Gravenhage 57, Looduinen 1Amsterdam 0, Rotter
dam 25. Leiden 1Utrecht 10, Delft 18, Voorschoten 1,
Maassluis 2, Schiedam 1, Vlaardingen 3, Dordrecht 3,
Woerden 1, Amerongen 1, Enschedé 3, Nijmegen 3,
Goor 1 en Axel 1.
Van de verpleegden mochten 17 de stichting geheel
genezen verlaten, 100 veel verbeterd. 10 weinig ver
beterd en 3 niet verbeterd, terwijl 2 te kort bleven
om over eenig resultaat te kunnen oordeelen.
In het Kinderziekenhuis werden van 1 Mei 1890 tot
30 April 1897 opgenomen 310 kinderen, van wie 142
jongens en 120 meisjes. Van deze kinderen werden
er 241 als genezen ontslagen, 14 keerden verbeterd
naar hunne ouders terug, 13 moesten de inrichting
ongenezen verlaten, 42, van wie 29 beneden hetjaar,
stierven, terwijl 1“ Mei 189730 kinderen in behandeling
bleven.
Het aantal verpleegdagen beliep 12521.
Op de polikliniek werd wederom driemaal per week
gelegenheid gegeven aan onvermogenden om zich met
hunne zieke kinderen aan te melden, 1248 kinderen
werden er ingeschreven, en 2571 geneeskundige baden
werden toegediend. In den geneeskundigen dienst kwam
geene veranderingen dezelfde geneeskundigen bleven
aan de inrichting verbonden.
De aftredende bestuursleden Dr. I). L. van Wely en
W. J. M. de Bas werden herkozen, en de Directrice,
Mej. A. J. J. vanDeinse, bleef zich met de dagelijksche
leiding der zaken belasten.