130
vin.
Kunsten en Wetenschappen.
1°.
De Academie van Beeldende Kunsten.
2°.
De Koninklijke Muziekschool.
Wij verwijzen naar het verslag, uitgebracht door
de Commissie van Toezicht, hierachter opgenomen als
bijlage 11.
Aan het ons toegezonden verslag van de Vereeniging
Museum van Moderne Kunst ontleenen wij het navol
gende
De Vereeniging telde 133 leden, te zamen contri-
bueerende f 812 en mocht zich verheugen in de bij
dragen van H. M. de Koningin-Moederde Gemeente,
het schilderkundig Genootschap Pulchri Studioen
den d Haagsche Kunstkring.»
Het bestuur bestond uit de Heeren Jhr. Mr. V. E.
L. de Stuers, Voorzitter; H. W. Mesdag, Onder-Voor-
zitter; Jhr. Mr. J. A. de Jonge, Secretaris; P. J. van
der Burgh, Penningmeester; E. L. Graaf van Limburg
Stirum, J. Maris en Mr. W. J. Snouck Hurgronje, F.
J. van Rossum du Chattel en Jhr. G. J. van Tets.
Alle studenten, op één na, werden aan het einde
van den cursus 1897'98 lot hoogere studie bevorderd,
terwijl zes hunner tot candidaat tot den H. Dienst werden
bevorderd.
De inkomsten der school dekten in 1898 de uitgaven,
zoodat de kas met een klein batig saldo sloot.
Het onderwijs wordt «gegeven in het daarvoor ge
huurde huis aan de Stille-Veerkade 28, dat gedeeltelijk
ook dient als woning voor enkele studenten.
Wij verwijzen naar het verslag, uitgebracht door
den Raad van Bestuur, hierachter opgenomen als
bijlage 23.
Het verslag van de Commissie van Beheer over de
Verzameling van Geschied- en Oudheidkundige Voor
werpen wordt als bijlage 34 achter dit verslag aange-
troffen.