144
A m bachlsn ij verheid.
Het verslag der afdeeling s-Gravenliage van de Ver-
eeniging ter bevordering van Fabrieks- en lland-
werksnij verheid in Nederland is als bijlage 32 hierachter
gevoegd.
De opgave der in de Gemeente aanwezige fabrieken
met vermelding van de namen der eigenaren, het
aantal stoomwerktuigen en stoomketels, benevens hun
vermogen, is vermeld in den staat, voorkomende
achter het verslag der Kamer van Koophandel en
Fabrieken.
De vergunningen, aangevraagd volgens de wet van
2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95), zijn weder opgenomen
onder paragraaf V van het verslag der Kamer.
Onder letter a van dezelfde paragraaf treft men
weder eenige mededeelingen aan omtrent de fabrieks
nijverheid in deze Gemeente.
Onder letter b van dezelfde paragraaf wordt mede-
deeling gedaan betreffende de ambachtsnijverheid.
Onder letter c zijn opgenomen de inrichtingen in
het belang der werklieden en onder letter d de instel
lingen in het belang van de nijverheid.
Betreffende het Centraalstation voor electrische stroom-
levering te ’s-Gravenhage kunnen wij het navolgende
vermelden
In den loop van het afgeloopen jaar werd aan de
bestaande ketelbatterij een vijfde ketel met een ver
warmd oppervlak van 160 M2. toegevoegd. Om de
opstelling van dezen ketel mogelijk te maken werd
het ketelhuis vergroot.
Door aankoop van belendende perceelen aan den
Hofsingel is thans de uitbreiding van bet Centraalstation
naar beide zijden mogelijk geworden.
Het aantal aangesloten lampen (alles op lampen
van 16 N. K. gereduceerd, bedroeg op 1 Januari 1898
10,736, waarvan tegelijkertijd 6,980 lampen brandden
a. Fabrieks- en
II. Nijverheid.
t'