145 Het personeel bleef in getalsterkte onveranderd. b. c. buitengaats. en III. Handel en Scheepvaart. Binnenlandsche Handel. a. Hieromtrent zijn ons geene bijzonderheden bekend. c. en aanver bet verslag Deze takken van Gemeente niet aan. d. Visscherij binnengaatsop de Zuiderzee Mededeelingen betreffende de visscherij wante bedrijven treft men aan in 3 van der Kamer van Koophandel en Fabrieken. en op 1 Januari 1899 11,655. Buitendien wachten nog pl. m. 400 lampen op aansluiting. Scheepvaart langs de rivieren, kanalen en vaarten. Mededeelingen betreffende de scheepvaart worden gevonden in 4 van het verslag der Kamer van Koop handel en Fabrieken. Uil de opgaven van den Havenmeester blijkt, dat in 1898 de Gemeente zijn binnengekomen 48574 vaar tuigen, metende 858483 ton, waarvoor aan havengeld is ontvangen ƒ2575449. Aan havengeld voor 19 hout vlotten, bestaande uit 148 koppels, werd ontvangen f 22.20. Voorts werd aan liggeld eene som van ƒ146.19 ontvangen voor 103 vaartuigen, metende 4873 tonaan Paragraaf 2 van het verslag der Kamer van Koop handel en Fabrieken bevat een overzicht van de ver schillende markten te dezer slede, van de hoeveelheid der aldaar aangevoerde voortbrengselen en van de daarvoor bestede prijzen. Vervening. Mijnwezen. nijverheid treft men in deze b. Buitenlandsche Handel. 10

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1898 | | pagina 145