17 de heeren Mart. Hijmans van Wadenoijen, J. Reglement aan de beurt van aftreden warenwerden tot be leden, is door den heer J. W. C. Tellegen civiel-lngenieuf, directeur van Gemeentewerken te Arnhem eene voordracht ge houden over „Stadsuitbreiding, Stadsverbetering en woningbouw”, in aansluiting met de besluiten van de Hygiënische Congressen in 1S96, 1897 en 1898 te ’s Gravenhage, Amsterdam en Utrecht gehouden. De verhandeling welke met belangstelling werd aangehoord was in hoofdzaak eene toelichting en verdediging van de eischen welke inzake het woningvraagstuk als „Algemeene eischen” op de genoemde congressen zijn vastgesteld. Zie hiervoor het medegedeelde in Bijlage III. Onder de ingekomen klachten was er een van een bewoner van de Paulus Potterstraat, over het houden van varkens door een zijner buren; van een bewoner van de Witte-de-Withstraat betreffende het vuil eener stalling en het wegwerpen van mest en grond in de achtergelegen Elandsgracht, waardoor dit water voor een deel gedempt werd, en in de Zoutmanstraat werd ge klaagd over stank voortkomende van een slagersoergplaats. De klachten werden onderzocht en aan de bezwaren zooveel mogelijk tegemoet gekomen. Met betrekking tot een poort in de Gedempte-gracht werd geklaagd dat daar in oude hofjeshuisjes eene stalling en vellen- droogerij was ingerieht. De klacht werd gegrond bevonden en daar voor de droogerij geen vergunning was verleend werd door de bevoegde macht proces-verbaal opgemaakt. Omtrent stank ontstaande uit defecte riolen, werden verschil lende klachten ontvangen. In de meeste gevallen moesten de klagers naar de verhuurders worden verwezen. Aan het breken van de lichtgebouwde riolen, bij het zakken der huizen moet in den regel de slechte toestand worden toegeschreven. Verder kwam een klacht in over een gedeelte van de Kerk- laan tusschen de Rogstraat en de Symonsstraat te Scheveningen. Allerlei vuil wordt dan uit de aanliggende hofjes neêrgeworpen. Met het oog op de nabijheid van de schoolis de toestand aldaar zeer ongunstig te noemen. Er is alleen verbetering te verwachten, indien de gemeente de straat overneemt en deze in orde brengt en onderhoudt. Met de bewerking van de sterftecijfers over het derde tien jarig tijdvak wordt geregeld voortgegaande opgaven omtrent de nataliteit komen geregeld in. Vergaderingen van werkende leden hadden plaats op: 7 Maart. 5 October. 28 December. In plaats van de heeren Mart. Hijmans van Wadenoijen, J. Binnendijk en J. J. Hoffman, die ingevolge art. 5 van het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1898 | | pagina 239