18. n.l. Alma, Consolidation en Schliigel und Eisen gaskolen. Inde bergruimte voor de kolen kwam geene verandering; gedurende het geheele jaar zijn 300 waggons in de open lucht opgeslagen. De overeenkomst omtrent het kolentransport langs den Stoom tramweg van de Holl. IJ. 8. M. naar de gasfabriek in 1884 voor 10 jaren met de Directie der II. IJ. S M. aangegaan, en in 1893 gewijzigd bleef stilzwijgend verlengd. De reductie ad 5 cent per ton, toegestaan, zoodra het aantal waggons dat in een jaar langs den stoomtramweg naar de gasfabriek wordt vervoerd, het cijfer van 5000 waggons van 10.000 KG. overtreft, heeft voor 1898 3333,30 bedragen, en is door de H. IJ. 8. M. en de M. t. E. v. 8. S. in reden van de aanvoeren in tonnen langs hunne lijnen betaald geworden. Blijkens aanschrijving van de II. 1J._S. M. zal met ingang van 1 Januari 1899, het rangeerloon voor waggons aangevoerd over den lijn der M. t. E. v. S. S. bedragen /'5 per 10000KG. en zal hierop de bovengenoemde reductie niet meer w’orden toe gestaan. In December van dit jaar werden de voorstellen tot reorga nisatie voor het personeel van het administratief gedeelte door B. en W. goedgekeurdwaardoor het aantal adjunct-boekhouders met 1 is vermeerderd; tevens zijn voor deze ambtenaren onder goedkeuring der Commissie van Bijstand instructiën vastgesteld. Aan den heer Dr. F. W. Beukema bleef de taak opgedragen, om de werkliedendie in vasten dienst der gasfabriek zullen worden opgenomen te keurende zieke werklieden te bezoeken en de werklieden die voor pensioneering in aanmerking komen te onderzoeken. In zijne vergadering van 21 Juni keurde de Raad de voor stellen goedbetrekkelijk den bouw van 5 Coze-ovehsmet hellende retorten, uit te voeren in 1899, waarvoor een crediet van ƒ90 000 werd toegestaan. Bij de bebouwing van de terreinen, grenzende aan de noord zijde der gasfabriekbleek dat door de bouwondernemers een gedeelte was bebouwd, dat in eigendom toebehoorde aan de gasfabriek. Ten einde deze onregelmatigheid te herstellen werd aan de heeren B. J. Kruiswijk c. s. een strook grond verkocht, ter grootte van 66 centiaren tegen 6 per centiare. /Vehtereenvolgens werd verder verkochtaan A. van der Heijden een perceel bouwterrein op den hoek van de Van Marumstraat en eene geprojecteerde straat in het verlengde van de Hondius- straat Sectie Y, No. 1129, groot 3 aren 68 centiaren, en No. 1130, groot 2 aren 91 centiaren tegen betaling van eene grondrente ad 395,40 ’sjaars. Aan A. J. van der Heijden: een perceel bouwterrein op den hoek van de Van Marumstraat en de Verlengde Hondiusstraat

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1898 | | pagina 248