18 16.162.762 M 3897 970.077,48 967.417,70s ad 6 cent dit jaar dus meer 1.040.575 M3 Totaal. Er is ontvangen. in 1898 bedragen. in 1897 r De opbrengst had dus moeten zijn: a 8 Ten behoeve der verlichting van de Gemeentegebouwen werd gebruikt 306.059 M3 tegen 296.590 Ms in lb97 dus eene ver meerdering in het gebruik van 9,469 M3 of 3,19 pet. (voornamelijk tengevolge der illuminatie voor de kroningsfeesten). Het gezamenlijk verbruik van de particulieren en de ge meentegebouwen heeft 969.765,72 - 311,76 16.166.659 M3 15.126 084 of 6,87 pet. De gemeente telde op 1 Januari 1898 196.325 inwoners en op 1 Januari 1899 199.285 inwoners, de bevolking is dus in 1898 met 2960 personen of 1,50 pet. toegenomen. Deelt men het gezamenlijk verbruik van particulieren en gemeentegebouwen door het gemiddelde van het aantal inwoners op 1 Januari en 31 December zijnde 197.805 dan krijgt men per inwoner een verbruik van 81,7 M3 tegen 78 M3 in het vorige jaar. Per licht (meter en abonnementlichten) heeft het verbruik 119,68 M3, per verbruiker 1.015,87 M3 bedragen. In 1897 zijn deze getallen respectievelijk 119,98 M’en 1.023,21 M3 geweest de daling dezer cijfers moet aan het toenemend gebruik van gasgloeilicht worden toegeschreven. Onder de 16 166.659 M3 gas door particulieren en gemeente gebouwen gebruikt is 3897 M3 begrepen, die over muntgas meters zijn afgeleverd. Zoodat aan oninbare posten en prijsvermin dering (Binnenhof) een verlies is geleden van 2.659,775 De gemiddelde nettoopbrengst van een kubieken meter gas heeft dus bedragen 5,984 cent. Op bijlage No. II komt onder meer voor het gezamenlijk gasverbruik van de particulieren en van de gemeeente voor hare gebouwen van jaar tot jaar, sedert het begin der exploitatie door de gemeente.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1898 | | pagina 280