I
19
r
Byzonder onderwijs.
Bewaarscholen.
Ill.
IV.
Hieromtrent wordt verwezen naar het Verslag door de Com
missie ad hoe uitgebracht, zie bijlage B en naar de tabel onder
letter K.
Het Hoofd der gemeentelijke Bewaarschool aan de Nieuwe
Schoolstraat, Mej. Rlankenberi)Werner, verkreeg op haar
verzoek eervol ontslag uit die betrekking; in hare plaats werd,
na een vergelijkend onderzoek, benoemd Nej. E. H. van Reusekoni.
Uit de bij dat Verslag behoorende tabel II, opgevende het
aantal leerlingen en restanten en hunnen leeftijdblijkt dat het
getal restanten op de 8 gemeentelijke Bewaarscholen op 1 De
cember bedroeg 933van welke 304 voor de school aan de
Koningstraat en 353 voor die aan den Z. W. Buitensingel.
Het aantal restanten is alweder toegenomen en wel met 186.
Het aantal leerlingen boven 6 jaar, bedroeg op 1 December 1898
niet minder dan 658; werd aan art. 23 der Verordening op de
gemeentelijke Bewaarscholen, waarin bepaald is dat »alleen
kinderen van drie tot zes jaren worden ingeschreven en toege
laten de hand gehoudendan zouden 658 van de 933
restanten geplaatst kunnen wordenook zonde door het hand
haven van dat voorschrift het onderwijs betere vruchten kunnen
dragendaar nu toch de classificatie in de war geraakt omdat
oudere en jongere leerlingen bijeengevoegd moeten worden.
Intusschen doet zich dan het bezwaar voor, dat de kinderen
Zooals reeds in het begin van het Verslag werd opgemerkt,
nam het getal leerlingen aan de bijzondere scholen niet toe,
hoewel liet getal dier scholen met 3 vermeerderde, nl met de
school van den heer R. Smits aan de van Bylandtstraat en eene
jongens- en eene meisjesschool der Schiefbaan-Hovius stichting
aan den Loosduinschen weg.
Het is voorzeker eene leemte in de Wet op het lager onderwijs
dat bij het oprichten van bijzondere scholen op de Hoofden dier
scholen niet de verplichting rust daarvan kennis te geven aan
hen die door de Wet met het toezicht op die scholen zijn be
last. Zoo werd b. v. de Commissie slechts door eene toevallige
omstandigheid bekend met het bestaan der scholen aan boven
genoemde stichting.
Volledigheidshalve zij medegedeeld dat onmiddellijk en met de
meeste bereidwilligheid alle gevraagde inlichtingen werden
verstrekt
Van den toestand der bijzondere scholen en van het onderwijs
hield de Commissie zich zoo goed mogelijk op de hoogte.