38 de Laakhavenwerken, de slooten, gelegen in het ge deelte van den Noordpolder, begrensd door den Trek- vlietde Laak, den Rijswijkscheweg en de baan van de Hollandsche Uzeren Spoor weg-Maatschappij, voor zoover den Polder betreft, en behoudens de rechten van derden, te dempen naar gelang het belang der Gemeente dit wenschelijk maakt, en zulks o. m. met bepaling, dat de Gemeente aan den Polder zal betalen eene som van 2000, bij wijze van schadeloosstelling voor het feitelijk onttrekken aan het Polderverband behoudens latere wijziging van de Poldergrens van het hiervoren omschreven gedeelte van den Polder. G. met N. van Boheemen, N. II. SIu ij ters, .1. Ph. Reeser Ezn., J. B. Roggenland, W. Th. Berndsen, J. de Weever, J. H. Klerkx, A. van der Ham, C. Zanen, de Weduwe Th. L. Gallas geboren B. E. Schreuder, H. II. ter Meer en Th. 11. M ulders, eigenaren van verschillendeperceelen aan de Elandsloot, waarbij wordt bepaald, dat de Ge meente, na demping van de Elandsloot, zal makende afscheidingen van de aldaar aan te leggen straat langs de zuidzijde van bedoelde perceelen, en die perceelen kosteloos zal aansluiten op het te leggen riool ter plaatse van de gemelde te dempen sloot. H. met A. R. Rutgers, eigenaar van het perceel Sectie Z, no. 1371, gelegen aan de Elandslootwaarbij wordt bepaald: 1°. dat de Gemeente van 12 Mei 1898 af voor altijd zal zijn ontslagen van de verplichtingom ten gemeenen koste te maken eene afscheiding tusschen het haar toebehoorende perceel Sectie Zno. 1376 en voormeld perceel Sectie Z, no. 1371; blijvende die afscheiding geheel ten laste van voornoemden eigenaar en zijne opvolgers in den eigendom van laatstgemeld perceel; 2U. dat de Gemeente de loozing op de Elandsloot uit meergemeld perceel Sectie Zno. 1371 kosteloos zal aansluiten op het riool, te leggen ter plaatse van de te dempen sloot. I. met de Hollandsche IJzeren-Spoorweg- Maatschappij, waarbij aan de Gemeente kosteloos vergunning wordt verleend

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1898 | | pagina 39