40 naar Rotterdam nabij de Van-Ravesteijnstraat ter plaatse gevestigd blijft en behoudens de bevoegdheid der Maat schappij om in of door die perceelen alle voor den spoorwegdienst noodige werken te maken en te onder houden. In erfpacht werd uitgegeven: aan J. van der Zwan Tzn. tot den 30 Juni 1937, tegen betaling van eenen jaarlijkschen canon van f 7.30 eene oppervlakte Gemeentegrond, ter grootte van 73 centiarengelegen nabij het Kolenwagenslag en kadastraal bekend in Sectie Mno. 9648o. a. met bepaling, dat op den grond niets anders mag worden gebouwd dan de daarop aanwezige privaten. Tegen de verplichting voor de Gemeente, om daarop trottoirs aan te leggen werden de volgende oppervlakten grond aan haar afgestaa n door Ph. L. C. Korff de Gidts 0.85 M2 grond vóór perceel Zieken no. 12; door J. J. Fuchs 6.38 M2 grond vóór perceel Hee- renstraat no. 16/16a door J. Roets 3.23 M? grond vóór perceel Boek- horststraat no. 16; door de ’s-Gravenhaagsche Coöperatieve Ambachtsvereeniging 17.85 M2 grond vóór de perceelen Hooge-Zand ns. 26/26a, 28, 30 en 32; door I. van Enden Hzn. 5.80 M2 grond vóór perceel Spuistraat no. 30 door de Weduwe A. J. P. J. Hoogeveen ge boren H. A. M. Gran dt 15 46 M2 grond vóór perceel Fluweelen-Burgwal no. 2, hoek Heerengracht; door de ’s-Gravenhaagsche Melkinrichting «de Sierkan» ongeveer 2 M2 grond vóór perceel Nieuwe-Havenstraat no. 4; door W C. van Wijk, echtgenoote van P. G. Iwes, 4.54 M2 grond vóór perceel Molenstraat no. 55

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1898 | | pagina 41