24
He
De groote
H
II
H
t!
n
I He
iVe
Ve
Vie
Vile
IHVe
nieuwe ziekenvereeniging, gelegen in de onmiddellijke nabijheid
der 1ste onderstands wijk, welke inrichting, gelegen aan den
Zuidwaldan ook in de maand Juni 1898 mocht in werking treden.
Het Burgerlijk Armbestuur door ervaring geleid, er prijs op
stellende zich van de medewerking ook van deze Inrichting te
mogen verzekerenhad het genoegen in zijne daartoe aange
wende pogingen te slagen, daar het Bestuur van die Vereeniging
zich bereid verklaarde, onder dezelfde voorwaarden, als met de
hierboven vermelde vereenigingen en met tegemoetkoming van
een gelijk jaarlijksch bedrag van f 300.
Aan dit voorstel verleende de Raad zijne goedkeuring bij
besluit van 21 Juni 1898 (Bijbl. bladz. 77 27).
Voorts acht het Armbestuur het niet overbodig hier te ver
melden dat de dienst in de verschillende onderstands wij ken
door de Besturen der Ziekenvereenigingen behoudens het
bereid zijn tot het verkenen van onmiddellijken bijstandonder
ling meer bepaald is verdeeld, als volgt:
Ie onderstandswijk Zuidwal 23a.
Vereeniging tot verpleging van min
vermogende Stille Veerkade 20.
(voorloopig) «l’niël» Z. 0. Buitensing. 96.
«Pniël» Z. 0. Buitensingel 96.
Afd. »Roode Kruis» Balistraat 63—67.
Diaconessenarbeid wijk V111 Veenkade 37
Idem (voorloopig).
als in de He onderstandswijk en voor
loopig.
uitgebreidheid van den werkkring dier Vereeni
gingen, vooral waar het betreft den dienst in twee onderstands-
wijken, doet bij het Burgerlijk Armbestuur den wensch levendig
blijvendat meerdere ziekenvereenigingen mogen in het leven
geroepen worden. Het acht dan ook den wensch van Dames
Bestuurderessendie zich met de zorg voor livee onderstands-
wijken voorloopig hebben belast niet onbillijkdat in aanmerking
nemende het op last van den betrokken arts vaak verstrekken
van versterkende middelen, melk, eieren, enz. haar daartoe eene
ruimere vergoeding worde toegekend.
Nog vermeent het Armbestuur, dat te dezer plaatse niet mag
ontbreken eene herinnering aan den te waardeeren bijstand
zoo welwillend verleend door Dr. H. J. Bouvin ten behoeve van
onvermogende ooglijders en door Dr. A. Sikkelmet opzicht tot
onvermogende neus-, oor en keellijders, die zich onder hunne
behandeling stellen en ten wier behoeve in 1897 door den
Gemeenteraad werd vergund, de benoodigde geneesmiddelen,
ter gercedmaking en aflevering door de Gemeente-Apotheek
voor te schrijven.