55 dat er aan deelnam was, wat de bommen betreft, dus een twee en twintigtal minder dan het vorige jaar. De steeds voort durende slechte resultaten en vooral ook de omstandigheid dat men meestal vreemde havens moet aandoen tot verkoop der gevangen vischwaardoor de visschers ver van huis zijn en een gedeelte van het reisgeld moeten betalenindien zij vrouw en kinderen willen bezoeken, werken niet mede tot aan moediging van deze visscherij. De bommen besomden te zamen 95,620.90 of gemiddeld 735,54| per schuit, zijnde f 30,69 minder in 1897; het ver schil bij beide voorgaande jaren is gering en omtrent de vangst is niets bijzonders te melden; de een ving wat tongen, de ander wat kleinschol (binnenlek) zooals gewoonlijk. De z. g. vrouwenviscbvrij algemeen publiek verkocht wor dende bracht op 8064,20 of 29,75 meer dan in 1897. Met het oog op het geringer aantal deelnemende bommen is deze besomming per bom f 9,18 meer dan verleden jaar. De loggers besomden gezamenlijk 45691.— of 749.— per logger, zijnde f' 7.86 meer dan in 1897. De opgaaf dezer besommingen betreft het verkochte hier ter plaatse. De besommingen te IJmuiden of Rotterdam gemaakt zijn hierin niet begrependaar die bij de afslagers te Scheveningen onbekend blijven. De bommen, onder den tegenwoordigen toe stand van het strand, genoodzaakt meermalen te IJmuiden binnen te loopen, verkoopen ook dikwijls daar ter plaatse en de opbrengst van het daar verkochte is eveneens onbekend. Groote schol en schelvischdie in gezouten toestand wordt aangevoerd werd in geringe hoeveelheid door de loggers ge vangen. Zij bleven meer in de nabijheid onzer kust visschen en gingen niet naar Doggersbank, daar zij het voordeeliger achtten hier te blijven dan op de weinige schol en schelvisch uit te gaan. In het algemeen kan men van de schrobnetvisscherij zeggen dat zij in de laatste jaren verlies oplevert. Zij is even wel een leerschool tot vorming van goede zeelieden en wordt nog steeds ondernomen, om goede matrozen op te leiden voor de haring visscherij. Kon geregeld van Scheveningen af en aan gevaren worden dan zou dit aan deze visscherij ten goede komen; bovendien zou zulks op handelsgebied veel vertier geven en voor den werkman van belang zijndaar de behandelingde bereiding en verzending der aangebrachte visch hem werk verschaft. Het aantal stoomschepen voor de schrobnetvisscherij in gebruik blijft toenemen, niet alleen in het buitenland, maar ook in ons landvoornamelijk te IJmuiden. De resultaten met die stoom schepen zijn beter. Later zal moeten blijken of het stand kan houden en de nieuw ontdekte vischgronden voldoende opbrengst blijven geven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1898 | | pagina 518