53 per ton of 4. tot makreel van de gezamenlijke loggers (82) alhier zijn de uitkomst voor reeders en vissehers zeer nadeelig was. Zooals steeds waren er enkele vrij gelukkigen, en daartegenover enkele zeer ongelukkigen. De gemiddelde besomming, hoewel niet met juistheid op te gevenkan bij benadering gesteld worden op 4400.per bomdit is 800.minder dan het vorig jaar. De verliezen aan visehwant zijn gering geweest en vooral in vergelijking met het vorige jaar, maken die een zeer gunstig verschil. Bommen gingen niet verloren; vier menschenlevens zijn te betreuren, twee matrozen en twee jongens die niet bij ruw weer maar ouder verschillende omstandigheden bij goed weer verongelukten; een dezer matrozen kwam om het leven toen hij in den Waterweg, bij het stooten van het vaartuig tegen de keiendoor angst gedreven op het hoofd wilde springen welke sprong echter mislukte. Aangebracht werden door de 228 bommen 169,526 kantjes (zeetonnen) pekelharing, 13,008 tonnen steurharing, 887,100 losse steurharing (getelde), 203 tonnen geschonden haring, 156 terwijl bovendien afgeslagen 5947 tonnen en 759000 losse steurharing (getelde). In dit jaar is meer aangebracht dan in 1897door de bom men 58,634 kantjes pekelharing, 444 tonnen steurharingterwijl 57,700 losse steurharing minder werd aangevoerd. De prijzen der pekelharing waren van 7.50 tot f 12.— per kantje, die der steurharing 5.tot 16. 22. - per duizend die der ijle haring 4.50 tot 9.50 per ton of 4.tot 9.per duizend. De gemiddelde prijs was ongeveer pekelharing 9.50 per kantje steurharing 10.— per ton of 11.per duizend, ijleharing 7.per ton of 6.per duizend. Makreelvoor zoover bekend door den publieken verkoop bracht op van 5.— tot 28.50 per ton. Deze vischsoort wordt dikwijls door de visschers ten eigen bate uit de hand verkocht, zoodat ook de hiervoren opgegeven hoeveelheid tonnen uitslui tend de publiek verkochte betreft. De uit voer van haring naar het buitenland, voornamelijk Duitschland, was bevredigend; de concurrentie van Schotland deed zich meer gevoelen dan in 1897 tengevolge van ruimer vangst. De vraag verminderde in November sterk en herstelde zich niet zooals gewoonlijk in het laatst van Februari en Maart daaraanvolgende, niettegenstaande

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1898 | | pagina 520