DO 3 pCt. ingaande daags na den 10.896.148,67 10.671.400,— 1.382.000,— en aan nemers 232 ad /200,— 200, i 1898 werden afgesloten 1.497.000,— liet getal leden bedroeg op 1 Januari 632 ad /100,en 31 December 679 100,251 Er werden 841 voorschotten verleend tegen 784 in 1897. De rente der voorschotten bedroeg 7 pCt.voor vervroegde terugbetaling werd 4 pCt. vergoed. De rente der Spaargelden was inbreng. In den loop van te worden gemaakt van het jaar behoefde wederom geen gebruik het geheele crediet, waartoe het Bestuur gerechtigd was dit crediet werd door de algemeene vergadering bepaald op driemaal het op de aandeelen gestorte bedrag, met inbegrip der reserve. De nieuwe wijze van winstdeeling had ditmaal tengevolge, dat, teiwijl de uitstaande vorderingen voor zooveel noodig weder tot lager dan het nominaal bedrag in de balans werden opgenomen de leden 7,32 pCt. dividend uitgekeerdaan de voorsehot- 22 pCt. der betaalde rente teruggegeven kon worden zoodat die rente voor de gewone voorschotten feitelijk daalde tot 5.1 pCt. ’sjaars. Aangaande de ’s-Gravenhaaysche Hijpothecldninl; voor Nederland, werd de Kamer medegedeeld dat in I"r'“ -J 202 leeningen tot een gezamenlijk bedrag van daardoor is het bedrag der uitstaande leeningen op 31 December 1898 geklommen tot Op 31 December j 1. was in circulatie een bedrag aan pandbrieven van Op 1 Juli ’98 werd door ons andermaal overgegaan tot uit gifte van 100 aandeelen volgestort tot den prijs van 118 pet. Dit aantal werd gretig genomen. Het agio kwam aan de reserve ten goede, die thans op de balans met 66.676.86 voorkomt. Inkoop van onroerend goed ter voorkoming van verlies had niet plaats, evenmin als in 1897. De resultaten van het boekjaar 1898 der Maatschappij voor Hypothecair crediet in Nederland worden zeer gunstig genoemd. Verliezen werden niet geleden. Eén executie was noodzakelijk tengevolge van het faillissement van den debiteur. De opbrengst was echter ruim voldoende om de vordering wegens geleende gelden met renten en kosten te verhalen. Het totaal der in circulatie zijnde pandbrieven bedroeg op 31 December 1898 5.816.200,- tegen5.299.000,— op 31 December 1897. Aan geldleeningen werd in 1898 een bedrag afgesloten van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1898 | | pagina 538