54 j het versierde Paleis in het Portretten van Kouing Willem II en Gemalin als Prins en en Prinses van Oranje, staande, ten voeten uit. Gravures naar Pieneman door Velijn. Ten geschenke werden ontvangen: Van Mejuffrouw M. de Brnijn, ingevolge den wensch van wijlen hare moeder Mevrouw de Wed. de BruynPronk. De portretten van den badmeester Pronk en zijne echtgenoote. 2 Photographieën in lijst achter glas. Pronk stichtte het eerste badhuis, later Stedelijk Badhuis, nu Kurhaus. (Zie o. a. Eigen Haard 1885, nommers 34 en 35). Van den heer J. J. Biesing. Photographie, voorstellende HH. MM. de Koningin en de Koningin-Moeder op het balkon van L Koordeinde. Van het Provinciaal Gouvernement. Plattegi ondteekening van het gebouwgenaamdhet Spinhuis in ’s-Gravenhage, ingericht tot een Huis van burgerlijke en militaire verzekering. 3 stuks gekleurd. Van den heer Nic. Molenaar. Photographische afbeelding van het bekroonde huis op Duin oord (Sweeiinckplein) ’s-Gravenhage 1897, Gem. Nic. Molenaar. Van Mejuffrouw Dr. A. Nijland te Rotterdam. Photographie naar de schilderij van Aleijda Wolffson (Portret eener dame n". 234Z> van den Catalogus, 3 exemplaren). Van de vereeniging Die Haghe». Een stel platen en portretten, in lichtdruk, vooikomende in het Haagsch Jaarboekje voor 1899 (Zie rubriek voorwerpen); ook verschenen in Pracht editie, onder den titel: Oranje-Album. Van die welke gereproduceerd werden naar prenten of portretten van het Gemeentemuseum, 3 exemplaren. Van de firma Joost Thooft en Labouchère te Delft. Photograph ieën naar de schilderijen van E. Crijnsz van den Maes: Vaandeldrager van het Oranje-Vendel der Haagsche Schutterij, en Drie Officieren van het Witte Vendel de n"s. 145 en 146 van den Catalogus, 3 exemplaren. Van den heer A. W. Sijthoff, uitgever, te Leiden. Gedenkboek der Inhuldigingsfeesten Premie van het Leidsche Dagblad 1898. Hierin komen tal van afbeeldingen voor betrekkelijk ’s-Graven hage, tijdens de Inhuldigingsfeesten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1898 | | pagina 568