101
I
Er werden aan gest eld 62 agenten 4e klasse.
Bij Koninklijk Besluit d.d. 3 November 1899 werd
aan den heer J. C van Schermbeek op zijn verzoek
met ingang van 1° April 1900 eervol ontslag verleend
wegens afkeuring voor den dienst.
Op verzoek werdén eervol ontslagen1 agent der
le klasse, I agent der 2e klasse, 1 agent der 3e klasse
en 14 agenten der 4e klasse, wegens ongeschiktheid
eervol ontslagen 1 agent le klasse en 8 agenten 4e
klasse, wegens plichtverzuim werd een brigadier-
titulair 2e klasse teruggesteld tot agent le klasse,
wegens wangedrag, dronkenschap of andere redenen
werden ontslagen: 1 agent der 2e klasse, 2 agenten
der 3e klasse en 3 agenten der 4e klasse,
wegens wangedrag werden teruggesteld1 agent der
le klasse tot 2e klasse, 1 agent der le klasse tot 4e
klasse, 1 agent der 2e klasse tot 3e klasse, 2agenten
der 2e klasse tot 4e klasse, 1 agent der 3e klasse tot
4e klasse en 2 agenten der 4e klasse van het maximum
loon op f 520.
Overleden zijn1 inspecteur-titulair, 1 agent 2e klasse
en 1 agent 4e klasse.
Aan verschillende dienaren van politie werden, wegens
overtredingen hunner Instructie, boeten opgelegd, tol een
gezamenlijk bedrag van ƒ503,44, aan enkelen werden
voor bijzondere plichtsbetrachting, enz. belooningen
toegekend tot een gezamenlijk bedrag van 2081,38.
Bovendien werd wegens bijzondere diensten van
wege het Gemeentebestuur uit de Gemeentekas f 955,02
onder het personeel verdeeld.
Van particulieren ontvingen de brigadiers en agenten
1745,31, van welk bedrag volgens art. 35 der In
structie de helft werd gestort in de renumeratiekas,
waaruit werd uitgekeerd
aan eiken brigadier le, 2e en 3e klasse 8.85,
agent 5.78,
4e 2.89,
Aan de 4 Commissariaten werden gedurende het
afgeloopen jaai in bewaring gesteld 3343 personenvan
wie 1092 als voorloopig aangehouden aan de Justitie
zijn overgeleverd. Onder dezen waren er wegens bede
larij en landlooperij 985. Onder het getal in bewaring
i