136
Uit het negende jaarverslag der vereeniging Armen
zorg, loopende van 1 October 1898 tot 30 September
1899, stippen wij het navolgende aan:
Het ledental bedroeg op 30 September 1899 3000
met een bedrag van ƒ25,159 aan contribution en giften.
Van de Beurzen voor Ambachtsonderwijsbeschikbaar
gesteld voor zoons van leden, die, na aan het toela
tingsexamen te hebben voldaan, op de Ambachtsschool
geplaatst wordenwerd een betrekkelijk gering gebruik
gemaakt. Er zijn thans 5 jongens op de Ambachts
school geplaatst, 3 op de avondschool en 1 op de
avond teeken school.
Tegen het einde van November ving de Werkver
schaffing aan met 9 man in de verschillende werk
plaatsen. De duinarbeid ving 19 December aan met
3 man; tegen het einde van December waren 60 man
werkzaam, van wie 31 in het duin en 29 in het gebouw,
welke getallen allengs vermeerden totdat op 6 Februari
het hoogste aantal bereikt werd, namelijk 169 man in
het duin en 50 in het gebouw.
Op 4 Maart was het geheele personeel weder ont
slagen op 4 man na, die gedurende nog 14 dagen
bleven om de werkzaamheden in het duin te voltooien.
Het afgewerkte terrein ter oppervlakte van 627 roede
werd verpacht voor 0.15 per roede voor den tijd
van één jaar.
De uitdeelingen van brood en koffie vingen aan op
28 December en werden voortgezet tot 11 Februari en
wegens de wederom invallende koude hervat van
28 Februari tot 10 Maart. Aan 13640 personen werden
portiën brood en koffie verstrekt.
Aan de Dienstverrichting waren gedurende het geheele
jaar 40 bestellers geplaatst; in drukke tijden beliep
dit aantal soms 70. Ten behoeve van het vaste perso
neel der dienstverrichting werd een ziekenfonds opge
richt, waaruit in geval van ziekte 3,50 per week
wordt uitgekeerd; het gezamenlijk bedrag der uilkee-
ringen beliep in het eerste jaar 117,
Op 1 November 1899 bedroeg het ledental van den
Bond 1560; dat is 25 leden meer dan op den zelfden
datum des vorigen jaars.