20 HOOFDSTUK IV. Naar de laatste door Gedeputeerde Staten afgesloten f 5,671,714.76 - 5,376,074.28 saldo van295,640.48s Verder verwijzen wij naar de staten (Bijlagen 8 en 9), die den aard der ontvangsten en der uitgaven af zonderlijk vermelden. Van bovenvermeld saldo werd ten bate van den dienst 4899 beschikt tot een bedrag van 23,808.97, terwijl hel overige ad 271,831.51s ten goede kwam aan den dienst 1900. Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde begrooting voor het dienstjaar 1900 is het geraamd bedrag: der ontvangstenf 5,698,288 90s en der uitgaven- 5 698,288.90s Op 14 Maart 1899 werd de inschrijving opengesleld op de tweede reeks obligation, groot 500,000 van de 3 pCt. geldleening, groot ten hoogste 3,000,000, tot het aangaan van welke leening de Gemeenteraad in zijne vergadering van 12 Juli 1897 besloot. Op deze reeks werd ingeschreven voor een bedrag van 1,453,000.legen de koersen, variëerende rekening art. 221 der wet van 29 Juni 1851 (Staats blad n°. 85), over het dienstjaar 1898, bedragen: de ontvangsten en de uitgaven zoodat die rekening sluit met een batig Door hel vrijkomen van een kamertje, grenzende aan den archief-zolder zal in de berging van de bibli otheek eenige verbetering kunnen komen. Aan het oud-archief kon echter nog geen betere verblijfplaats w’orden aangewezen. Wat het nieuwe archief betreftzij medegedeeld, dat voor de ordening daarvan door den Raad de noodige gelden werden toegestaan, en dat die ordening, of schoon nog niet geheel ten einde gebracht, hare vol tooiing nadert. Geldmiddelen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1899 | | pagina 24