18 1.147.220 M’. Totaal Er is ontvangen 2622,63 f 1.038.571,08 348,88 1.038,919,96 1.036.297,33 dit jaar dus meer of 7,09 pet. De Geme.ente telde op 1 Januari 1899 199.285 inwoners, en op 1 Januari 1900 205.328 inwoners, de bevolking is dus in 1899 met 6 043 personen of 3,03 pet. toegenomen. Deelt men het gezamenlijk verbruik van particulieren en gemeentegebouwen door het gemiddelde van het aantal inwoners op 1 Januari en 31 December zijnde 202.306 dan krijgt men per inwoner een verbruik van 85,5 M’. tegen 81,7 M3. in het vorige jaar. Per licht (meter- en abonnementlichten) heeft het verbruik 119,89 M3, per verbruiker 998,60 M3 bedragen. In 1898 zijn deze getallen respectievelijk 119,68 M3 en 1015,87 geweest, de daling van het verbruik per verbruiker moet aan het toenemend gebruik van gasgloeilicht worden toegeschreven. Onder de 17.313.879 M3 gas door particulieren en gemeente gebouwen gebruikt is 4.361 M1 begrepen, die over muntgas meters zijn afgeleverd. De opbrengst had dus moeten zijn: 17.309.518 M3 a 6 cent 4.361 8 Ten behoeve der verlichting van de gemeentegebouwen werd gebruikt 312.399 M3. tegen 306.059 M3. in 1898, dus eene van 6.340 M3. of 2,07 pet. de particulieren en de gemeente- 17.313.879 M3. 16.166.659 - Zoodat aan oninbare posten, en prijsvermin dering (Binnenhof) een verlies is geleden vanf De gemiddelde netto opbrengst van een kubieken meter gas heeft dus bedragen 5,985 cent. Op bijlage n”. II komt onder meer voor het gezamenlijk gas verbruik van de particulieren en van de gemeente voor hare gebouwen van jaar tot jaar, sedert het begin der exploitatie door de gemeente. vermeerdering in het gebruik Het gezamenlijk gebruik van gebouwen heeft in 1899 bedragen in 1898

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1899 | | pagina 272