19 12 a Onderwijs en Leerlingen. 3. t De Siib-Coniinissie voornoemtl (ie. Jhr. Mr. W. Th. Gevers Deijnoot, Dr. J. G. de Vos. examens, hun eigen kinderen er aan laten deelnemen, dan is het wel waarschijnlijk dat vooreerst belangstelling in het gehalte van het onderwijs, maar ook in het lot van jeugdige, meestal onervaren onderwijzers tot het behoud dezer examens doet adviseeren. Om den wensch uit te spreken dat Burgemeester en Wet houders iets beters mochten voorstellen zou men moeten aan nemen dat zij «het betere kennende, het minder goede volgden,’ iets wat wel niet denkbaar is. ingenomenheid met het steilschrift begint al meer te verkoelen; aan eenige scholen werd dit weder in de hoogere klassen overgegaan tot het De overgangen naar andere inrichtingen van onderwijs vindt men aan het slot dezer Voor den loop der schoolbevolking wordt verwezen naar de tabel onder letter H. De uitkomsten van het onderwijs werden door de Hoofden ook weder, naar omstandigheden, bevredigend genoemd en de leden der schoolcommissie bevestigen deze mecning door den over het algemeen gunstigen indruk door hen ontvangen bij het schoolbezoek door hen gehouden en bij de examens door hen bijgewoond. Schoolverzuimzoogenaamd spijbelen, komt bij de leerlingen der burgerscholen zoo goed als niet voor, bij die der tusschen- scholen zelden en bij die kostelooze scholen ook al minder en minder; maar vooral bij de leerlingen van de laatste soort scholen werken dikwijls de huiselijke en geldelijke omstandig heden lijnrecht tegen de belangen der kinderen in en is de school niet altijd de overwinnares in den moeilijken strijd. De strijd om het bestaan laat hier ook ter dege zijn invloed gelden. De vroegere meer en jaar al schuinschrift. Over de schooltuinen wordt over het algemeen gunstig gerap porteerd Toch luidt het verslag van enkele hoofden minder gunstig; een hunner bericht daaromtrent het volgende: kikkan niet zeggen dat de proef mij bevredigd heeft. Het tuintje moest komen op de speelplaats, waar ’t veel te winderig is voor het goed gelukken van veel gewassen. Ik geloof dat het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1899 | | pagina 306