19 14 a klassen niet opmerkelijk beter dan vroeger en zijn de heer A. A. en ik reeds ’t vorige jaar tot 't besluit gekomen, de vouw- en plakoefeningen in de tegenwoordige 4e klasse niet voort te zetten Vermeld dient nog te worden dat Handenarbeidals af zonderlijk vak zal worden ingevoerd op de tusschenschool aan de Hoefkade. Over het nut der zoogenaamde directe methode voor de lagere school loopen de meeningen der Hoofden uiteen; aan de meeste burgerscholen wordt deze methode en wel die van van Goor toe gepast en aan ééne die van Berlitz. Tegen de directe methode wordt aangevoerd dat, voor het oogenblik althans, de overgroote meerderheid der onderwijzers daarvoor nog ongeschikt is en de vrees dat dan treurige uitkomsten zouden verkregen worden bij de toelatingsexamens voor het Middelbaar en Gymnasiaal Onder wijs, zoolang niet dat onderwijs zich richt naar de lagere schoolgelijk toch alle voortgezet onderwijs behoort te steunen op en aan te sluiten aan het voorafgaande. Dat van de verschil lende directe methodes, die van Gouin, van Berlitz en van van Goor, de laatste het meest op de burgerscholen alhier wordt gebruiktzal wel het gevolg zijn van het minder doctrinaire dier methodewelke desnoods niet schroomt gebruik te maken van het Nederlandse!) en het goede der vroegere methode niet verwaarloost; zoo is bij den laatsten druk van Goor nog een stap verder gegaan door ook al spoedig zinnetjes uit ’t Hollandse!) in ’t Franse!) te laten vertalenwelke uitbreiding zoowel eene gewenschte aanvulling, als eene noodzakelijkheid met het oog op de verschillende toelatings-examensmag heeten. Bijna op al de scholen wordt gespaard, hier en daar zelfs met bijzonder goed gevolg, wanneer ten minste de spaarcenten alleen door de kinderen worden bijeengebrachter zijn toch scholen waar honderden guldens gespaard zijn. De Vereenigingen tot Verschaffen van warm voedsel aan be hoeftige schoolkinderenvoor kieeding en schoeisel en tot wering van schoolverzuim werkten ieder weêr op haar terrein en bestreden daardoor het schoolverzuim. De gezondheidstoestand der leerlingen liet nog al te wen- schen over. Dr. Beukema bezocht ook nu de scholen herhaaldelijk; het getal zijner bezoeken in 1899 bedroeg 144. Van zijne pogingen om de meest voorkomende ziekten der leerlingenzooals oog- oor- en neusgebreken en ziekten van het behaarde gedeelte van het hoofd, zooveel mogelijk onder deskundige behandeling te stellen zag hij resultaten die in sommige gevallen bevredigend waren, maar in andere gevallen minder aan zijne wenschen beantwoordden. Ook kwam het wel voor dat de ouders de kinderen eenvoudig

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1899 | | pagina 308