19 J A 24 I ll'.Hliêne, 6. Herhalingsscholen. Ook het verslag hierover en over het onderwijs aldaar ge geven, werd opgedragen aan eene sub-commissie. Haar verslag luidt a. Openbare Herhalingsscholen. Bij het begin van den cursus 1898—99 bedroeg het geheele aantal leerlingen 640 (262 mannelijke en 378 vrouwelijke). Op het eind van den cursus waren nog aanwezig 467 leerlingen of 73 percent. De nieuwe cursus 18991900 is aangevangen met 552 leerlingen (237 jongens en 315 meisjes.) Het aantal jongens is dus nu 25 en het aantal meisjes 63 minder dan bij het begin van den voorafgaanden cursus. Over het verloop der leerlingen gedurend e den cursus kunnen geene mededeelingen worden verstrektomdat dienaangaande geen gegevens meer aanwezig waren. Ook het gemiddeld verzuim kan niet vermeld wordendaar de aanteekeningen der abstentiën van den afge- loopen cursus niet door de hoofden werden bewaard. Over het geheel schijnen de meisjes trouwer de avondlessen te bezoeken dan de jongens. In de meeste gevallen waren de verzuimen echter ook bij deze laatsten te billijken en werden die eer veroorzaakt door gebrek aan medewerking bij de werkgevers (en geefsters), dan door gemis aan belangstelling van den kant der leerlingen. Waar enkele Hoofden de goede gewoonte hebben om denzelfden avond waarop verzuim plaats heeftbericht te zenden aan ouders of bazen, daar behoefde ook geen enkele leerling wegens ongeregeld bezoek verwijderd te wordenen absentiën komen daar hoogst zelden voor. De maatregeltoe gepast door een der Hoofden, die van de absentiën aan de ouders niet dadelijk bericht zendt om na drie willekeurige absentiën den leerling de lessen der herhalingsschool voor goed te ontzeggen, komt de Commissie minder doelmatig voor. meening afkomstig van rottingsproducten in den bodem die bij lage waterstand blootkomen. Verder bezochten wij de scholen aan de Hoefkade, de Zuster straat en de Nieuwe Haven (zie vroeger rapport); daarenboven eenige particuliere scholen nl. die van den Heer Bouscholte Surinamestraat, van Mej. Boldingh Laan van Meerdervoort en van Mej. van Gigh van Speykstraat, welke alle onze tevreden heid konden wegdragen. Wij kunnen hier opmerken dat de particuliere scholen boven de stadsscholen in netheid uitmunten. jS'amens de sub-commissie mor Dr. 8. B. Selhobst.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1899 | | pagina 318