19
31
4
IV
Bewaarscholen.
men dus niet afleiden, dat de Commissie zich met dat onderwijs
niet zou inlaten.//
Om niet de beschuldiging op zich te laden dat zij eene oratio
pro domo ging houden, meent onze Commissie van eene verde
diging van haar standpunt, rakende het bijzonder onderwijs,
gerust te mogen afzien.
I. Algemcene opmerkingen.
De Commissie bezocht geregeld de verschillende scholen. In
afwijking met het gebruik der laatste jaren werd niet een bepaald
vak van onderwijs nagegaan, maar woonde de Commissie lessen
bij, die volgens den rooster aan de orde waren.
De Commissie meent zich ditmaal van bijzondere opmer
kingen te kunnen onthouden.
Mejuffrouw F. U. de Ho", meer dan 40 jaren hoofd eener be
waarschool, laatstelijk van de gemeentelijke bewaarschool aan
den Noordwal, vroeg en verkreeg met 1 October haar eervol
ontslaghare plaats werd ingenomen door Mejuffrouw J. van
Heffen, hoofd der gemeentelijke bewaarschool aan de Voldersgracht.
Ter voorziening in de door die overplaatsing ontstane vaca
ture, werd overeenkomstig het bepaalde in de hierop betrekking
hebbende verordening een vergelijkend examen gehouden.
De nieuwe verordening voor het onderwijzend personeel, n° 4
van 1899, bracht wel eenige verbetering tot stand.
Het getal restanten is wel iets lager dan in 1898, maar toch
nog zeer hoog, vooral voor de school aan de Koningstraat en die
aan het Vaillantplein, zoomede dat der leerlingen boven 6 jaar.
Een en ander blijkt uit het hieronder volgende verslag van
de Commissie van Toezicht op de gemeentelijke bewaarscholen,
luidende als volgt
II. Onderwijzend personeel.
Tabel K. geeft inlichtingen omtrent de namenenz. van ’t
personeel. De Hoofden roemen in hun verslagen het gedrag en
de geschiktheid van ’t personeel. De Commissie vond ook veel
goeds in het werk der onderwijzeressen, natuurlijk laat bij
enkelen de geschiktheid nog wel iets te wenschen over, maar
In Jannari 1900 werd tot hoofd der bewaarschool aan de Volders
gracht benoemd, Mejuffrouw H. A. Hoefman, hoofd eener bewaarschool te
V eendam.