19 32 groote toewijding en opgewektheid trof de Commissie algemeen aanwat te meer waardeering verdientals men denkt aan het afmattende, zennwslijtende der taak, die ze vervullen moeten Met een gemengd gevoel van ingenomenheid en teleurstelling wijst de Commissie op de nieuwe verordening voor het onder wijzend personeel, No. 4 1899. Een verbetering is daardoor zeker tot stand gekomende kweekelingen zijn als zelfstandige werkkrachten vervangen door bevoegde onderwijzeressen, en eenige personen hebben verhooging van bezoldiging erlangd of uitzicht daarop verkregen. De Commissie had echter gehoopt op een grooteren stap in deze richtingvooral ook op vermeerdering van personeel in de hoogere, beter bezoldigde rangen. Bij de nieuwe regeling zal nog de helft van het personeel zich moeten vergenoegen met een bezoldiging van 200 a 225 gulden ’sjaars, en zulks op een leeftijd, dat de onderwijzeres voor zich zelve zou moeten kunnen zorgen. En het uitzicht op bevordering blijft gering, bij ’t klein getal der onderwijzeressen van hoogeren rang komen vacatures hier zelden voor; in 1899 b.v slechts eén vacature in den tweeden en één in den derden rang. Mej. F. C. de Koo, meer dan 40 jaren hoofd eener Gemeen telijke bewaarschool, vroeg en verkreeg tegen 1 October eervol ontslag uit de betrekking van hoofd der school aan den Noordwal. Bij haar afscheid bleekhoezeer zij zich de achting van de ouders der leerlingen van hare onderwijzeressen en de autori teiten had w'eten te verwerven. Mej. .1. van Heffen werd op haar verzoek overgeplaatst van de Voldersgracht naar den Noordwal. Voor de Voldersgracht werd overeenkomstig het bepaalde in de Verordening een ver gelijkend onderzoek gehouden. Aan 't eerste gedeelte werd deel genomen door 25 dames. Acht van deze werden opgeroepen voor een nader onderzoek op 17 en 18 October, in de scholen aan de Koningstraat en liet Vaillantplein. Dit tweede gedeelte werd bijgewoond door den Heer Wethouder van Onderwijs en ten deele door enkele leden der Plaatselijke. Commissie van toe zicht op het lager onderwijs. Aanbevolen werden No. 1. Mej. II. A. HoefmanHoofd der Nutsbewaarschool te Veendam. No. 2. Mej. 8. Wijnstok, Onderwijzeres alhier. No. 3. Mej. 8. B. M. Crombet, Onderwijzeres alhier. Eene benoeming had in 1899 niet plaats. Mej. E. Kool, hoofd der school aan de Koningstraat, is de laatste maanden ziekelijk geweest, de laatste weken in die mate dat de 1ste onderwijzeres Mej. M. H. Krols, tijdelijk met hare functie moest worden belast.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1899 | | pagina 326