19 38 insgelijks opgedragen J r de commissie beide leden uit haar midden weggaan en spreekt zij den wensch uit dat eerstgenoemde zich in een spoedig en algeheel herstel zijner gezondheid moge verheugen. Het steeds toenemend getal scholen en de voortdurende uit breiding van het bebouwde gedeelte der Gemeente, maakte eene nieuwe indeeling der scholen noodzakelijk. Allengs is het getal scholen in iedere school wijk zóó groot geworden, dat behoorlijk schoolbezoek voor vele leden der Commissie te bezwaarlijk wordt. De Commissie is nu verdeeld in 11 sub-Cotnmissiën bestaande elk uit 2 leden, terwijl de medische leden der Commissie eene sub-Commissie vormen aan wie meer bepaald de hygiënische belangen zijn opgedragen. Het toezicht op het herhalings-onderwijs is insgelijks opgedragen aan een afzonderlijke sub-Commissie. Neemt het aantal scholen nog meer toedan kunnen er weder nieuwe Afdeelingen worden gevormd omdat de Verordening regelende de samenstelling der Commissie toelaat de Commissie uit te breiden tot een getal van 35. In 1899 werd de Commissie belangrijk versterkt en mochten wij de volgende Heeren in ons midden opnemen: .Wr. J. II. liergsmaBrakman, Mr. J. .4. de Itanitz, Mr. T. G. H. Beitsma, J. II. Beucker Andreae en J. Krap. De Heeren de Brnijn, Dibhetz, van Doorn, EngelbregtGevers Deijnoot, Haverman en van Bnijvcn moesten periodiek aftreden en zagen hun mandaat door den Gemeenteraad hernieuwd. De Heeren Wethouder van Onderwijs en Arrondissements- Schoolopziener bewezen ook in 1899 hunne belangstelling door hunne zeer gewaardeerde aanwezigheid bij onze vergaderingen. Mr. J. J. Bergsma, Voorzitter, Jhr. Mr. W. A. R. Engelen, Secretaris.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1899 | | pagina 332