20
De Ambachtsschool.
II.
Directeur: de heer H. L. Boersma.
het overlijden van den heer
was
Ook voor de Ambachtsschool
Godon een gevoelig verlies.
Sedert jaren Voorzitter van het Bestuur, liet hij geene ge
legenheid voorbijgaan om met der daad zijne belangstelling in haar
ontwikkeling en bloei te toonen.
Hoezeer dit op prijs werd gesteld, mocht hem o. a. blijken
bij liet twintigjarig bestaan der schooltoen de vereeniging
van oud-leerlingen uit vrijwillige bijdragen het „Godonfonds”
in het leven riep, bestemd om de door den heer Godon inge
voerde gewoonte te bestendigen om aan verdienstelijke leer
lingen bij het einde van den cursus prijzen uit te reiken en
voorts om oude en invalide onderwijzers te steunen en oud-
leerlingen ter zijde te staan.
Dit fonds werd door den heer Godon èn nog bij zijn leven
„In de afdeeling B (theoretische vakken) werd aan de navol
gende vakken door het daarbij vermeld aantal leerlingen
„deelgenomen.
„Anatomie: dagcursus 109 en avondcursus 22 leerlingen;
„perspectief: dagles M. O.: 41 en avondcursus 12 leerlingenhe
rschrijvende meetkunde: M. O. dagcursus 19 en avondcursus 21
„leerlingen; landmeetkunde: 12 leerlingen; logarithmen en werk-
„tiugkunde: 11 leerlingen; meetkunde en projectieleer169
„leerlingen.
„Het klein-ornament (Afd. C) werd door 59 leerlingen ge-
„teekend. Naar groot stilleven en ornamnnt oefenden zich resp.
„10 en 15 jongelingen.
„Even als eiken winter was de deelneming aan het boetseeren
„zoo bij de vrouwelijke als mannelijke leerlingen zeer groot. Een
„en vijftig mannelijke en 10 vrouwelijke kweekelingen namen
„daar elke beschikbare plaats in.
„Aan de afdeeling E (Bouwkunde) viel geen mindere bijval
„ten deel. In de le en 2e klasse waren 178 leerlingen; in de
„3e en 4e namen er 98 deel; 31 oefenden zich in de 5e en
„6e; de 7e bestond uit 25 teekenaars en in de 8e en 9e waren
„elf leerlingen. In de klasse Tuinbouw, die van lieverlede meer
„deelneming wekt, oefenden zich 11 aanstaande tuinlieden in
„den aanleg van tuinen en parken. Niet minder dan 31 bank
werkers, machinisten en electriciens oefenden zich in ijzer-
„constructie en werktuigkundig teekenen.”