24 Wat intussehen den algemeenen toestand van het armwezen der Gemeente over 1899 betreft, mag deze niet ongunstig ge noemd worden met het oog op de steeds toenemende bevolking der Gemeente, waarmede het aantal behoeftigen en bedeelden moet worden in verband gebracht Uit de hier later volgende opgaven, mag intusschen blijken, dat het totaalcijfer der bedeelden in verhouding tot dat van het vorige jaar iets minder is geweest, terwijl de kosten van onder houd iu het algemeen een lager bedrag aangeeft, tengevolge van minderen broodprijs. Tot de gewone vermelding van eenige bijzonderheden over gaande vestigt het Burgerlijk Armbestuur de aandacht op het navolgende Bij de eerste uitdeeling in Januari 1899 wees de lijst der bedeelden te ’s Gravenhage een cijfer aan van 602 gezinnen uitmakende 1787 personen, te zamen bedeeld met f 525.15 in geld en 457 broeden. Te Scheveningen beliep dat een cijfer van 253 gezinnen 751 personen, w’aaronder 89 gezinnen 407 personendie vroeger uitsluitend met warme spijs, brood en eenige brandstoffen zouden zijn ondersteund geworden. In die afdeeling bedroeg op dat tijdstip de onderstand f 188.30 in geld en 420 in brooden. Alzoo bedroeg de lijst op 1 Januari te zamen 855 gezinnen, uitmakende 2538 personen, meteene wekelijksche ondersteuning van f 713.45 in geld en 877 brooden, dat bij omslag voor ieder gezin ruim 93| cent ’sweeks aanwijst, alzoo per gezin ongeveer een gelijk bedrag als op hetzelfde tijdstip des vorigen jaars. Tevens hadden als gewoonlijk in het winterseizoen verstrek kingen plaats van hemden, dekens, stroozakken en stroo, en uitsluitend voor Scheveningen ook mansbroeken vrouwenrokken, kousen en klompen. Ook werden aan elk gezin in den wintertijd eenige brandstoffen verstrekt. Bovendien heeft het Burgerlijk Armbestuur zich wegens de buitengewone omstandighedenwaarin een aantal behoeftigen te Scheveningen verkeerden tengevolge van stremming in de middelen van bestaan op de visscherij betrekking hebbende, evenals den vorigen winter verplicht gezien voor enkele weken 200 brooden wekelijks te hunnen behoeve beschikbaar te stellen, benevens, waar dit bleek noodig te zijn, eenige brandstoffen. Deze buitengewone verstrekkingen werden op 24 Januari aan gevangen en tot en met 14 Maart wekelijks herhaald, zoodat die acht tegenover zevenmaal in den vorigen winter hebben plaats gehad. De intrekking van bedeeling, aan gezinnen van personen aan den winterarbeid geplaatst of door tusschenkomst van «de Christelijke Volksbondaan werk geholpengeschiedde voor 54 personen met f 46.90 in geld en 93 brooden 's weeks.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1899 | | pagina 493