24 2°. 3». De verpleegkosten dezer 390 personenvan wie op ultimo December nog 296 werden verzorgd, bedroegen over het geheele jaar f 23,523.61. Met opzicht tot de verpleging in de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid zij vermeld, dat, aldaar nog voor rekening van het Burgerlijk Armbestuur gevestigd waren 4 huisgezinnen, die echter als vrijboeren geene kosten aan het Armbestuur ver oorzaken. Daarenboven werden voor zijne rekening in die stichting nog twee weezen verpleegd. Tevens werdten behoeve van een aldaar geplaatst gezin en aan twee bij hare kinderen inwonende bejaarde weduwen die niet zonder onderstand in haar onderhoud kunnen voorzien, eene wekelijkscbe toelage voor rekening van het Burgerlijk Armbestuur verstrekt. Ter zake van deze ondersteuning en verpleging werd over 1899 aan de Maatschappij van Weldadigheid betaald f328.46| tegen f 287.65| in 1898. Betreffende den geneeskundigen onderstanddie van wege de Gemeente wordt verstrekt, heeft het Burgerlijk Armbestuur te vermelden, dat in het personeel van HII. Gemeenteartsen een drietal wijzigingen zijn voorgekomen door het overlijden op 30 Maart 1899 van Dr. H. A. de Jongh door het met ingang van 1 October 1899 aan Dr. J. II. de Jong op verzoek verleend eervol ontslag en door het overlijden op 13 October 1899 van Dr. J. M. Piepers, meer bepaald belast met de regeling van en het toezicht op den verloskundigen dienst. In die vacaturen werd voorzien bij Raadsbesluiten van 25 April, 26 September en 14 November 1899 door de benoeming van de Heeren Geneeskundigen A. A. Piepers, II. D. van Stipriaan Luiscius en Dr. W. F. Lnia Steyn Parvé, laatstgenoemde tot Gemeente-Verloskundige. Werd bij het vorige jaarverslag door het Armbestuur in breede trekken beschreven, hoezeer de verschillende Ziekenvereenigingen zoo hier als te Scheveningenop de meest loffelijke wijze mede werken in de voorziening van haren niet genoeg te waardeeren bijstand door toediening van verschillende soorten van baden, het reinigen van wondenhet aanleggen van verbandenbij de talrijke bezoeken niet alleen van de patiënten in die inrichtingen behandeldmaar door de vrij talrijke bezoeken door artsen en pleegzusters in de woningen der lijders zelf gebracht, het Arm bestuur vermeent ook ditmaal zich alleen tot het daarvan in herinnering brengen te mogen bepalen. Daarbij vermag intusschen niet onvermeld blijvendat ten behoeve van onvermogenden in buitengewone gevallensteeds de meeste welwillendheid werd ervaren van Heeren Artsen aan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1899 | | pagina 499