i
ii
I
S 0 E P I N R I C H T 1 N G
-
,a
I
‘I
Ii
I
jij
i
UITTREKSEL uil het Vier en Veertigste
Jaarverslag (1898/1899) (uitgebrachl in de
Bestuursvergadering van 8 November 1899).
De collecte bracht wederom minder op dan vorige
jaren. Daar gelukkig de winter zeer zacht was, waren
extra-uitdeelingen onnoodig en kon men volstaan met
24 uitdeelingen.
Het uitdeelingstijdperk liep van 30 December 1898
tot 3 Maart 1899. Gelijk voorheen werd afwisselend
rijst- en erwtensoep uitgedeeld.
De vaste bedeelden (d. z. die welke nadat eenig
onderzoek naar hen was ingesteld waren ingeschreven
en van kaarten voorzien) behoorden tot 123 huisge
zinnen, waarvan 50 joodsche (met 86 ouders en 189
kinderen) en 73 niet-joodsche (met 124 ouders en 269
kinderen). In het vorig uitdeelingsjaar werden bedeeld
109 huisgezinnen, nl. 47 joodsche (met 81 ouders en
176 kinderen) en 62 niet-joodsche (met 101 ouders en
202 kinderen).
Voorts werden telkenmale in liet lokaal der In
richting een aantal Israëlitische kinderen van kostelooze
scholen gespijzigd. Eindelijk bestond er ook ge
legenheid voor enkele volwassenen, zonder onderscheid
van geloof, zoo zij zich hiertoe aanmeldden en er na
de uitdeeling nog soep over was, in het gebouw een
bord soep en een snede broods te nuttigen.
bijlage 27
VOOR ARME 1SRAÖLIETEN TE ’s-GR A VENHAGE.
l