i
50
4
227 d. i.
2.— 1456
910
257
133
29
10
13
2
VERKOCHTE PANDEN
1.—
tl
19
I
3
V
36
3037.—
Minder 485
Van liet aantal
der
z/
tl
V
u
u
H
u
H
n
H
n
u
H
f!
tl
u
u
H
U
U
tl
H
tl
258
254
6
2.20
2.02
2.02
1.88
2.07
2.25
2.40
2.20
2.25
5.50
11.—
21.—
31.—
51.—
521
36
5
2
5.—
10.—
20.—
30.—
50.—
100.—
o 200.—
u
U
n
105.—
3037, waarop was voorgeschoten 11321.50, d. i. 485 panden
ad 483.40 minder dan in het vorige jaar.
Dit verschil liet zich verdeelen als volgt:
Linnen en Wollen
1.45 pet.
1.42
1.46
1.63
1.75
1.90
1.54
1.53
Gezamenlijk
1.77 pet.
1.68
1.72
1.75
1.91
2.06
1.94
1.88
Meer Minder
dan in 1898.
10
in dezelfde maanden beleende panden,
is het verkocht gedeelte geweest voor de
Gouden en Zilveren
pet.
II
Van beneden
1.— tot en met f
ft
u
waaronder in 1899 er 491 waren, wier beleensom beliep van
15 tot 50.
Deze opgaven toonen aan, dat niettegenstaande het steeds
vermeerderd aantal vermomde banken van leening (huizen van
verkoop met recht van wederinkoop) er nog vele pandgevers
zijn die de voorkeur geven aan eene geordende instelling en
dat de Gemeentebank van Leening steeds eene gereede gelegen
heid blijft waarop de kleinhandelaar en handwerksman in oogen-
blikkelijken nood rekent.
Dit jaar bedroeg bet aantal
in 1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899