55 van die soort niet werd aange- kan bij benadering gesteld worden op 5000 gulden per bom; dit is f 600 meer dan het vorig jaar. De verliezen aan vischwant zijn niet bijzonder groot geweest, doch in het laatst van September werd daaraan door eenigen nog al zware schade geleden. Bommen gingen niet verloren behalve de bij schrobnetvisscherij opgegevenenzijn tijdens de haringvisscherij vier menschenlevens te betreuren drie matrozen en een jongen verongelukten bij goed weer onder verschillende omstandigheden. Twee dezer matrozen kwamen om het leven bij het aan boord brengen met de boot van eenige Fransche visschers, die een bezoek gebracht hadden aan een Scheve- ningschen logger deze waren geen Scheveningers maar woonden elders. Aangebracht werden door de 217 bommen 92500 stuks steurharing. 4544 ton 75500 kantjes pekelharing. 148 ton geschonden steurharing. makreel. van de gezamenlijke loggers (99) alhier 167 Terwijl bovendien zijn afgeslagen 169.700 stuks steurharing. 2820 ton In dit jaar is minder aangebracht dan in 1898: door de bommen 794,600 stuks steurharing, 8464 ton steurharing en 94026 kantjes pekelharing. De prijzen der pekelharing waren van 13.tot 21.30 per kantje, die der steurharing van 12.— tot ƒ25.95 per ton of 14. tot 26. per duizend, die der ijleharing f 12.tot ƒ17.50 per tonterwijl losse getelde voerd. De gemiddelde prijs was ongeveer: pekelharing, 17.per kantje, steurharing, 18.ton of 20.per duizend. ijleharing, 16.per ton. Makreel voor zoover bekend door den publieken verkoop, bracht op van ƒ9. tot ƒ29.50 per ton. Deze vischsoort wordt dikwijls door de visschers ten eigen bate uit de hand verkocht zoodat ook de hiervoren opgegeven hoeveelheid tonnen uitsluitend de publiek verkochte betreft; de eigenlijke aanbrengst is beslist beduidend hooger. De uitvoer van haring naar het buitenland, voornamelijk Duitschlandwas bevredigendde concurrentie van Schotland deed zich minder gevoelen dan in 1898, omdat de visscherij aldaar evenals bij ons schraal was te noemen. De vraag ver minderde in November doch herstelde zich weder in Februari en Maart daaraanvolgende, een verschijnsel dat zich meestal

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1899 | | pagina 549