Bijlage 54
’s-Gravenhage, 18 Februari 1900.
Directeur van het Museum is de Heer A. J. Servaas van Rooijen.
Aan
Burgemeester en Wethouders.
Ingevolge art.
(Verzameling no.
Toestand van
het gebouw.
Wat het onderhoud betreft, bevindt het gebouw zich in- en
uitwendig in voldoenden staat.
Vernieuwing der behangsels is hier en daar noodig, zooals
bleek wanneer in de beperkte ruimte voor eene nieuwe schilderij
plaats moest worden gemaakt. Aan den gevel zijn nieuwe borden
aangebracht waarop de toegangsuren worden vermeld.
De Directeur nam het voor hem ingericht vertrek in gebruik*
Toestand der verzamelingen en van het archief.
De verzamelingen worden steeds uitgebreid, meer plaatsruimte
daarvoor is hoog noodig.
De inventarissen en het archief worden bijgehouden. De cata
logus der schilderijen is opnieuw bewerkt. Met het drukken van
den Hollandschen catalogus is een aanvang gemaakt. Aan
eenen nieuwen druk van den catalogus der voorwerpen bestaat
nog geene behoefte, een supplement daarop zal evenwel noodig zijn.
De Directeur leverde eene proefbewerking in voor eenen
beschrijvenden catalogus der prentenverzameling betreffende
„Het Haagsche Bosch”.
Het ligt in het voornemen der Commissie zoodanigen catalogus
van den geheelen Historisch Topografischen Atlas te doen samen
stellen.
10 der Verordening van den 28 Juni 1887,
9), heeft de Commissie van beheer over het
Gemeentemuseum de eer, Uwer Vergadering aan te bieden haar
verslag over 1899.
De Commissie bleef samengesteld uit de Heeren:
Simonshaven, Wethouder.
Leden van den
Gemeenteraad.
I anr. air. v. iv n. oe siuers, T
I Mr. C. J. E. Graaf van Bvlandt, Ingezetenen.
Secretaris: J. M. Bouscholte, Ambtenaar ter Gemeentesecretarie.
Voorzitter: Jhr P. O. H. Gevaerts van
I Mr. WT. J. Snouck Hurgronje,
r I W. J. van Sandick, Penningmeester.
Jhr. Mr. V. E L. de Stuers,
Mr. C. J. E. Graaf van Bvlandt,