1 61 J Ter verbetering van het verkeer naar het centrum der stad en oin te kunnen leggen twee gedeelten van het stamriool tusschen de brug over de Laak en de Laan van Meerdervoorl (zie ook sub 2°) werd in de Raadsvergadering van 14 November besloten een adres te richten tot H. M. de Koningin ten einde ont eigening ten algemeenen nutte te verkrijgen van de perceelen benoodigd voor: 1". verbreeding van den Stationsweg aan de Z. O. zijde bij de Hoefkade en tot demping van de aldaar bestaande sloot; 2°. verbreeding van de Hoefkade tusschen de Jan Blankenstraat en Fannius Scholtenstraat 3°. aanleg van een nieuwe straat tusschen Oranje- plein en Korte-Gröenewegje, waartoe reeds bij Raads besluit van 29 Maart 1892 eenige perceelen door de Gemeente waren aangekocht; 4°. verruiming van den boek N. W. Binnensingel- Noordwal. Inmiddels werd met eenige der bij de sub 3°. genoemde perceelen betrokken eigenaren onder handeld, omtrent de overdracht hunner perceelen aan de Gemeente. Nadat door de Gedeputeerde Staten in 1898 aan Burgemeester en Wethouders was aangeboden een wetsontwerp tot wijziging der grens tusschen de gemeenten ’s-Gravenhage en Rijswijk, welke grens wijziging na daaromtrent door de Gedeputeerde Staten gevraagde beschouwingendoor B. en W. omstandig èn op financiëele èn op technische gronden werd ont raden is door het Dagelijksch Bestuur op verzoek van de Gedeputeerde Staten te dezer zake uitvoering gegeven aan Art. 131 der Gemeentewet. De dientengevolge benoemde commissie van ingezete nen bracht den 3den Januari 1899 advies uit, als het gevoelen der meerderheid uitdrukkende dat het ont werp voor ’s Gravenhage onaannemelijk is. In de Raadsvergadering van 28 Februari werd besloten de Gedeputeerde Staten te antwoorden dat het aange boden wetsontwerp, zooals het is toegezondenniet kon worden ondersteund daar de daarbij aangegeven wijzi ging der grens met Rijswijk niet het geringste belang heeft voor ’s Gravenhage tevens werd besloten aan de Gedeputeerde Staten mede te deelen dal B. en W. door

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1899 | | pagina 63