G7 gedeelte der stad, door een grondduiker onder die gracht door, werd toegevoerden door welke poldersloot het rioolwater vervolgens toevloeide naar het stoomgemaal van den Zusterpolder. Door dit stoomgemaal daarna opgepompt in een hoezemsloot van ongeveer gelijke lengte, vloeide het naar de Westsingelgracht terug. Eene aanmerkelijke verbetering werd hier verkregen door het vervangen van het stoomgemaal door een met gasmotor gedreven pompwer ktuiggeplaatst in de onmiddellijke nabijheid van de gracht en door het vervangen van de naar en van de machine leidende slootgedeelten door riolen. Dit werk geschiedde voor rekening van de Bouwgrond- Maatschappij Zuidwesterkwartier 4°. Pompen. Het gewoon onderhoud der openbare pompen ge schiedde in eigen beheer; alleen het verfwerk werd openbaar aanbesteed. De welpompen bleven buiten gebruik. 5°. Urinoir s. Het dagelijksche onderhoud der urinoirs had in eigen beheer plaats. Van de urinoirs in de Lepelstraat nabij de Beesten markt, aan de Voldersgracht, aan de Prinsessegracht in de Nieuwe-Havenstraat, aan den Benoordenhout- scheweg, aan den Bezuidenhoutscheweg en aan de Veenkade moesten koperen buizen en dekplaten ver nieuwd worden, welke moedwillig waren beschadigd. Aanbesteed werd het maken van de volgende uri noirs met leiplaten: een tweepersoons op de Schedeldoekshaven ter ver vanging van een ijzeren bak met houten schot; een éénpersoons op de Hoefkade nabij de Zuiderkerk een tweepersoons ten N. W. van de toegangslaan naar de Algemeene Begraafplaats (Kanaalzijde); een tweepersoons op den Scheveningscheweg nabij de Duinstraat, achter het tramhuisje. Ook het verfwerk der urinoirs werd openbaar aan besteed. De uitgaven voor de werken bedoeld onder letter b sub B, bedragen: I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1899 | | pagina 69