I
115
'1
tegen een driemastschip uit Liverpool, wegens vernie
ling bij aanvaring; er werd betaald ƒ481.
b. eene klacht van een bomschuit tegen een visschers-
vaartuig uit LowestolTt, wegens beschadiging bij aan
varing er werd betaald f 96.
c. eene klacht van een bomschuit tegen een vis-
schers vaartuig van LowestolTt, wegens vernieling van
vischtuig; er werd betaald ƒ120.
d. eene klacht tegen een schip uit Huil wegens
beschadiging er werd ƒ48 betaald.
c. eene klacht legen een visschersvaartuig uit.
LowestolTt wegens beschadiging bij aanvaring; er
werd 60 betaald.
In 1900 namen 111 loggers en 212 bomschuiten
aan de verschillende visscherijen deel, welke vaar
tuigen respectievelijk waren bemand met 1553 en 1908
personen.
Op 31 December 1900 bestond de visschersvloot
alhier uit 119 loggers en 208 bommen.
De aanmonstering had als gewoonlijk met inacht
neming der wettelijke voorschriften regelmatig plaats.
Het getal deserteurs bedroeg 25, alleen zoogenaamde
buitenlieden.
Zes malen werd de toepassing gevraagd van art. 402
van het Wetboek van Koophandelvoor schepelingen,
die weigerden aan boord te gaan.
Het aantal analphabeten bedroeg 133 en wel uit
Scheveningen 110, ’s Gravezande 1., Rotterdam 2,
Noordwijk 1, Egmond-aan-Zee 2, Zandvoort 15 en
Harderwijk 2.
In den storm van den 4 Augustus 1.1. is een bom
schuit omgeslagen onder de Engelsche kustalle 9
opvarenden verdronken.
Op dienzelfden datum werd een andere bom over
zeild door een Franscbe logger in het Kanaal, die de
bemanning van het vaartuig redde.
Een sloep werd nog overzeild in den Nieuwen Water
weg, waarbij geen ongelukken te betreuren waren.
Op 17 September 1.1. werd bij de Doggersbank
eene Scheveningsche bom overzeild door een stoom
schip uit Engeland, doch de bemanning werd gered.
Het Hoofdbestuur der Nederlandsche Vereeniging lot