r 128 en op en van i In verband met de schoolgeld heffing staat de inschrij ving van leerlingen. Deze geschiedt thans, krachtens de Verordening van 19 April 1000, tot wijziging van de Verordening op de Openbare scholen voor Lager Onderwijs, ter Gemeentesecretarie. Hiervoor was noodig de inrichting van een afzonder lijk bureel, dat, met het oog op de voorbereiding van de invoering der schoolgeldheffing, reeds met 1 October 1900 ingesteld werd. Hoewel nog slechts korten tijd werkende, kan reeds geconstateerd worden dal de inschrijving van leerlingen op eene plaats gunstige resultaten oplevert, terwijl door het gevolgde systeem van inschrijving op kaarten dub bele inschrijving van een kind niet wel denkbaar is. de scholen 2e klasse, van: 10 ct. tot 9 ct. resp. 8 ct. 6 5 4 Naar aanleiding van het verhandelde in de afdeelin- gen van den Gemeenteraad bij het onderzoek der be- grooting voor 1900 werden aan den Gemeenteraad voorstellen gedaan tot invoering van schoolgeldheffing op alle scholen, met dien verstande, dat onvermogen- den van de betaling vrijgesteld zijn. Deze voorstellen werden in de Raadsvergadering van 19 April aangenomen. In de vergaderingen van 12 Juni en 2 October weiden de Verordeningen op de hefting en op de invordering van het schoolgeld na eene kleine wijziging opnieuw vastgesteldkrachtens deze Verordeningen bedraagt het schoolgeld, met 1 April 1901, te hellen: op de scholen der le klasse 20 ct. per week, en voor minvermogenden 15 ct. per week; op de scholen der 2e klasse 10 ct. per week; en voor minvermogenden 0 ct. per week. Wanneer in het gezin waartoe het schoolgaande kind behoort twee of drie kinderen beneden den leeftijd van vijftien jaren zijn, worden deze bedragen verminderd op de scholen le klasse, van: 20 ct. tol 175 ct. resp. 15 ct. van 15 12 10

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 131