152 Hoofdgewassen. 35 Oppervlakte in H.A. veulens en jonge paarden beneden 3-jarigen leeftijd 682.04 75.93 27.10 1.72 22.10 6.20 381.59 56.71 Wei- en Hooiland, (grasland). Moestuinen en Warmoezerijen. Bloemisterijen. Boomgaarden. Aardappelen. Boomkweekerijen. Bosschen. Lustgronden. Veestapel. De gezondheidstoestand van den veestapel kon over W. F. A. van Pestel, Penningmeester en J. H. Kott- mannLid-Botanist. Het ledental bleef stationnair. De financiëele toestand mag gunstig genoemd worden; van II M de Koningin, H. M. de Koningin-Moeder en Z. K H. den Groother tog van Saksen werden belangrijke subsidiën ontvan gen benevens eene feestgave van iemanddie onbekend wenscht te blijven, ten bedrage van ƒ100.—. De rekening, in ontvangst aanwijzende 1019.89 j sloot met een batig saldo van ƒ424.931. 4°. Het Koninklijk Zoölogisch Botanisch Genootschap. Wij verwijzen naar de nota, opgenomen onder bij lage 31. Wij laten hier volgen eene opgave der beteelde gronden in de Gemeente; het algemeen gunstig worden genoemd; behoudens eenige gevallen van schurft bij paarden werden geene besmettelijke ziekten geconstateerd. De telling van het vee gaf de volgende uitkomsten: Het aantal dekhengsten bedroeg dat der veulenmerriën3

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 155