154 d. Visscherij binnengaatsop de Zuiderzee en buitengaats. Mededeelingen betreffende de visscherij en aanver- Deze takken van meente niet aan. aantal stoomwerktuigen en stoomketels, benevens hun vermogenis vernield in den staatvoorkomende achter het verslag der Kamer van Koophandel en Fabrieken. De vergunningenaangevraagd volgens de wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95), zijn weder opgenomen onder paragraaf V van het verslag der Kamer. Onder letter a van dezelfde paragraaf treft men weder eenige mededeelingen aan omtrent de fabrieks nijverheid in deze Gemeente. Onder letter b van dezelfde paragraaf wordt mede- deeling gedaan betreffende de ambachtsnijverheid. Onder letter c zijn opgenomen de inrichtingen in het belang der werklieden en onder letter d de instel lingen in het belang van de nijverheid. Het verslag der afdeeling ’s-Gravenhage van de Ver- eeniging ter bevordering van Fabrieks- en Handwerks- nijverheid in Nederland is als bijlage 32 hierachter gevoegd. Betreffende het Centraalstation voor electrische stroom- levering te ’s-Gravenhage kunnen wij het navolgende vermelden In het afgeloopen jaar vonden geen uitbreidingen plaats van machines of stoomketels. Het aantal aangesloten lampen (alles op lampen van 16 N. K. gereduceerd) bedroeg op 1 Januari 1900 15170 lampen en op het einde van het jaar 16518 lampen, waarvan er 9380 gelijktijdig brandden. Het geven van verdere aansluitingen moest wegens de capaciteit van de aanwezige machines worden gestaakt. Het personeel bleef in getalsterkte onveranderd. b. Vervening. c. Mijnwezen. nijverheid treft men in deze Ge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 157