If Staat van liet ouderwys. <1. De telken jare vermeerderende toevloed van aspiranten, waarvan jammer genoeg velen wegens gebrek aan ruimte moesten worden afgewezen, is dunkt ons een duidelijk bewijs mingevorderdendat het aantal leerlingenin de verschillende klassen ingedeeld, bedraagt 850 en het aantal wekelijksche lesuren bedraagt 314 tegen respectievelijk 846 en 304 in 1899, waaruit volgt dat vele leerlingen meer dan ééne klasse bezoeken; Vijf en veertig leerlingen behoorden elders thuis of kwamen ter bijwoning der lessen geregeld herwaarts, namelijk uit Delft 16, uit Rotterdam en Leiden ieder 4, uit Schiedam en Voorburg ieder 3, uit Amsterdam, Gouda, Haarlemden Helder ieder 2, uit Leeuwarden, LoosduinenMiddelburg, Delfgaauw, Zutfen, Middelharnis en Rijswijk ieder 1. Om verschillende redenen verlieten negen en dertig leer lingen tusschentijds de school. Over gedrag en ijver der leerlingen valt niet te, klagen en bij sommigen vielen meer dan gewone vorderingen te consta- teerenterwijl enkelen van veel muzikaal talent blijk gaven. Evenals vorige jaren verkregen enkele leerlingen door den directeur aangewezenkosteloos toegang tot de repetitiën van het concert „Óiligentia” en „Toonkunst’1 en voorts tot verschil lende hier plaats gehad hebbende muziekuitvoeringen. Van 29 November tot 13 December werd van de leerlingen het voorgeschreven Overgangsexamen afgenomen, en bovendien op 14 en 15 December het eindexamen van hen, die de school met eindgetuigschrift zouden verlatendit examen werd afge nomen door eene Commissie, bestaande uit de heeren van Millii/en en 6’eor</e Kijkenmuziekdirecteuren respectievelijk te Amsterdam en te Rotterdam in vereeniging met den Directeur. Het rapport van beide deskundigen over het gehoorde in de verschillende klassen luidde zeer gunstig. Op 28 December gaven de verstgevorderde leerlingen proeven van hunne bekwaamheid op een concertavond in de groote zaal van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. Veertien leerlingen hebben de school met eindgetuigschrift verlaten, namelijk de dames II. van der Harst en .Maclaine Pont voor solozang, in Mei van het loopend jaar, verder de dames Th. IleemskerckTh. de Vries, J. I). Schillemans, M. Th. Serel en de heer A. van der Stap allen voor solozang, voorts de dames 5. M. .Muller, S. E. van Kappellen, A. M. van der Koon11. Hacker (leerbeek en de heeren II. Schultze en II. .4. Wetjerif voor piano; eindelijk de heer J. 11. Kapteijn voor orgel.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 191