12 Zooals uit de «Rekening van Inkomsten en Uitgaven over het afgeloopen exploitatiejaar 1899 blijkt, bedroegen eigendommenhet in ’t belang van de Gemeente dat gebruik werd gemaakt van vorenbedoelde bij gemelde akte voorbehouden bevoegdheid. Derhalve werd bij Raadsbesluit van 25 April 1899 aan Bur gemeester en Wethouders machtiging verleend om het vorenge noemd perceel ten behoeve van de Gemeente aan te koopen voor de som van /'9.500,behalve de kosten op de overdracht en de levering vallende, en verder goedgekeurd het voorstel om van de Gemeentebegrooting voor 1899 te verhoogen: Volgnummer 99 «Kosten der exploitatie van de Duinwater leiding” met ƒ10.000,en daartegenover: Volgnummer 27. «Ontvangsten wegens de Duinwaterleiding” met gelijk bedrag. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van de mili taire autoriteit aan het College van Burgemeester en Wethou ders om aan het Rijk tot wederopzegging toetestaan eene aan sluiting aan de Duinwaterleiding ten behoeve van het Garnizoens nachtlegermagazijn (het zoogenaamde Hoorbuis) door middel van een grachtsdoorgang naar den Benoordenhoutschenweg, te ver binden met de in dien weg liggende hoofdleiding, werd bij Raadsbesluit van 13 Juni 1899 machtiging verleend tot uitvoering van deze werkzaamheden over te gaan, onder bepaling dat de bedoelde aansluiting zal geschieden vanwege de Gemeente voor rekening van het Rijk, en waarvan de kosten bedroegen 175. Tengevolge van het buitengewoon groot aantal aanvragen om aansluiting aan de Duinwaterleiding, moesten de sommen geraamd op de begrooting voor 1899 voor watermeters en voor aanslui tingen met een belangrijk bedrag worden verhoogd, terwijl bovendien voor doortrekking der Sprank voor de uitbreiding van de prise d’au nog ongeveer 20.000 noodig was. Bij Raadsbesluit van 5 December 1899 werd daarom goedge keurd het voorstel van Burgemeester en Wethouders om andermaal de Gemeentebegrooting voor 1899 te verhoogen als volgt: Volgnummer 99 «Kosten der exploitatie van de Duinwater leiding” met j 36.800,en daartegenover Volgnummer 27 «Ontvangsten wegens de Duinwaterleiding” met gelijk bedrag. Naar aanleiding van de hierboven aangehaalde Raadsbesluiten van 25 April en 5 December 1899 werd eene nadere tinanciëele legeling tot af- en overschrijving op de verschillende onderdeden van Volgnummer 99 der begrooting voor 1899 vereischtwaartoe bij beduit van Burgemeester en Wethouders 25 28 Mei 1900 No. 2e afd. de noodige machtiging verleend werd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 194