15 f i Bijlage ’s-Gravenhage, den 22sten April 1901. Leden. Ontvangsten Méér ontvangen 4.399.25 Uitgaven 35.201 Minder uitgegeven I Raming Werkelijke ontvangsten. Raming Uitgegeven 9.000.— 13.399.25 168.173.- 168.137.79,i van Nijevelt. Ter voldoening aan het bepaalde in art. 20 der Verordening No. 553, hebben wij de eer U hierbij aan te bieden ons verslag over het jaar 1990. Onze Commissie was aanvankelijk samengesteld nit de heeren Jhr. P. O. H. Gevaerts van Simonshaven, Voorzitter. A. J. C. Baron van Pallandt. Mr. W. J. Snouck Hurgronje. Mr. J. A. H. Baron van Zuijlen Mr. M. J.- C. M. Kolkman en J. C. Meijs, Secretaris. De heer Jhr. Gevaerts van Simonshaven, die zich in Juli 1900 niet langer met het Voorzitterschap der Commissie wenschte te belastenwerd in September d. a. v. als zoodanig vervangen door den Wethouder Dr. J. Th. Mouton. In dien tusschentijd werd het voorzitterschap waargenomen door den Wethouder Jhr. Mr. O. J. Repelaer van Molenaarsgraaf. De heer Meijs, werd in den aanvang van September 1900 op de meest eervolle wijze ontheven van de waarneming van het secretariaat der Commissie; de adjunct-commies ter Gemeente secretarie C. P. Vrugt werd door' Uw College als Secretaris aan de Commissie toegevoegd. Den 15den Mei werd eene nieuwe Verordening voor het Ge meenteziekenhuis door den Raad vastgesteldwaarvan art. 39 bepaalde, dat die Verordening met 1 Juli d a. v. in werking zonde treden, maar op den lOden Juli 1900 werd besloten tot wijziging van art. 39 der voornoemde verordening, waardoor deze met 1 Januari 1901 in werking is getreden. Het geldelijk beheer gaf de volgende uitkomsten

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 239