I 17 Bijlage VERSLAG van de Vereeniging tol Verbetering van den Gezondheidstoestand te ’s-Gravenhage, over het jaar 1900. De Ver-eeniging verloor in het afgeloopen jaar één werkend lid door overlijden, den heer H. J. Keijzer, en één door vertrek naar elders. Het aantal leden vermeerderde met 5 werkende leden: de heeren II. I. van Paasschen, G. H. van der Wai, J. J. Attema, J. J. Schoevers en J. Lantinga. Aan contribution werden ontvangen 458, de renten van de uitgezette gelden bedroeg 27.25. Het batig saldo dat op 1 Janu ari 1900 bedroeg 741.23% was op 1 Januari 1901 groot /'883.805. Het batig saldo van de cholerakas bedroeg op 1 Januari 1901 f 1083.50. De Vereeniging hield twee vergaderingen, n.l. op 15 Maart en op 19 November 1900. Op de vergadering van 15 Maart werd behandeld een voorstel van het bestuur om in verband met de jl. reglements-wijziging het aantal bestuursleden met twee te vermeerderen en daartoe in dit bepaalde geval bij voorkeur, omdat reeds meerdere medische leden in het bestuur zitting hadden, te benoemen een Chemicus en een Technicus. Tevens had men hierbij op het oog de verdere ontwikkeling van het denkbeeld om den werkkring van de ver eeniging uit te breiden, in zoover dat meer dan tot nu toe het geval was, de werkende leden in de gelegenheid zullen worden gesteld, rechtstreeks aandeel te nemen in het onderzoeken, overwegen en voorbereiden van te nemen maatregelen in het belang van de openbare gezondheid in deze gemeente. Het lag toch in de bedoeling in de vereeniging eene meer speciaal me dische, eene chemische en eene technische sub-commissie te vormen, waartoe de verschillende werkende leden, naar aanleiding van eene hen te zenden circulaire hun voornemen tot deelneming zouden kunnen kenbaar maken. Hoewel enkele leden zich tegen eene uitbreiding van het bestuur verklaarden, omdat zij van meening waren dat een grooter aantal bestuursleden niet altijd grooter werkkracht met zich brengt, zoo werd het bestuursvoorstel toch met groote meerderheid aangenomen, teneinde tot goeden gang van zaken drie bestuursleden als voorzitters van de drie sub-commissiën te kunnen laten fungeeren.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 252