L
17
noodzakelijkheid van krachtige afzonderingsmaatregelen óf twij
felden aan de bevoegdheid van den burgemeester om hiertoe
in elk geval het bevel te geven. Kan men iemand dwingen zich
te laten opnemen in eene ziekenbarak'? zoo ja, waarom kan
dit dan niet bij andere ziektendie voor ons wellicht een nog
grooter gevaar opleveren De inleider wees er op dat het
Koninklijk Besluit van 9 September jl.den burgemeester de
bedoelde bevoegdheid geeft ten opzichte van personen raan pest
lijdende, of verschijnselen vertoonende, die het ontstaan van pest
doen verwachten”.
Deze bevoegdheid zal nog moeten worden uitgebreid ook tot
personen, die met pestlijders in aanraking waren. In de ver
plichting een zoodanig gebod te gehoorzamen ligt zeker eene
groote beperking der persoonlijke vrijheid. Bestaat daarvoor
voldoende grond bij pestgevaar, waarom dan niet bij andere
ziekten
Men moet in dit opzicht wel onderscheiden tusschen inheemsche
en niet-inheemsehe ziekten. Pogingen om deze laatsten buiten
te sluiten mogen tot grooter opoffering leidenwijl zij met kans
op succes kunnen worden genomen, wat bij de eerste nimmer
volledig het geval zal kunnen zijn.
Tegenover de pest zijn wij eensdeels in gunstige, anderdeels
in ongunstige positie. liet epidemiologisch verloop is van dien
aard dat wij tijdig gewaarschuwd worden voor het naderend
gevaar.
De ziekte verspreidt zich wel met betrekkelijk groote sprongen
maar toch behoeven wij hare invasie van de landzijde niet zoo
sterk te vreezen. Het gevaar bestaat meer aan de zeezijde,
waar de mogelijkheid van het aanbrengen van ziekten of be
smette goederen niet gering is te achten. Hier evenwel is ook
een tamelijk afdoend toezicht mogelijk, waartoe hier te lande
de noodige maatregelen zijn genomen. De ongunstige zijde be
staat in de groote moeielijkheid om de diagnose op pest tijdig
te stellen. Is deze eenmaal gesteld dan moet de overheid groote
bevoegdheid bezitten om uitbreiding te keer te gaan. Zij moet
alle personen, van wie met grond besmettingsgevaar wordt ge
vreesd kunnen afzonderen en bewaken. Geschiedt dit op oor
deelkundige wijze dan mag men hopen de ziekte te zullen kunnen
blijven beheerschen.
Wat den Haag betreft, meent spreker dat de inrichting tot
verpleging en afzondering aan de Duinstraat, welke thans voor
’t geval van plotseling gevaar is in orde gemaakt, aan wel is
waar bescheidenmaar toch redelijke eischen voldoet. Is de
door velen gekoesterde meening juist dat de huisgenooten van
lijders zich wel vrijwillig aan isolement zullen onderwerpen dan
zal men reeds met de bestaande bepalingen veel kunnen uit
richten.