19 Verslag Lager Onderwijs. practische leven in het oog gehouden. Bij de Xederlandsche taal, een minimum van spraakkunsteenvoudige oefeningen in zuiver schrijven en hoofdzakelijk het mondeling en schriftelijk uit drukken der gedachten. Terwijl de leeskunst in de lagere klassen nog alle zorg vereischte, kon bij de leerlingen der hoogere af- deelingen ingewikkelder leerstof behandeld worden deze laatste alleen waren genoeg gevorderd voor eene behandeling van het voornaamste van de verrichtingen van het menschelijk lichaam en in aansluiting hiermede de belangrijkste wetten der gezond heidsleer. In een paar scholen werden ook opzettelijk enkele uren gewijd aan de bespreking van zaken in het dagelijksch leven voorkomende en van belang te wetenzooalsverlichting en wat daarmede in verband staatde waterleiding, de brandweer en brandspuit, het aanleggen van straten, enz. Daar op de Herhalingsschool B verreweg de meeste leerlingen het Fransch willen leeren om naderhand als winkelbediende, of als modiste of winkeljuffrouw een vreemdeling te verstaan en hem het noodige te kunnen zeggenwas het spreken van die taal het hoofddoel. Met de directe methode (Gouin) werden resultaten bereikt, welke vrijwel voldeden. Bij het rekenen geen zoogenaamde denkoefeningenmaar voor de jongste leerlingen de behandeling en toepassing van de aller eenvoudigste kunstgrepen bij het rekenen uit het hoofdop vraagstukjes uit het dagelijksch levenbij de oudere uitwerking van ingewikkelder opgaven, welke toch ook steeds voeling hielden met het dagelijksch leven. Over de praktische waarde van het teekenen voor de jongens der Herhalingsscholen A liepen de meerlingen der hoofden uiteen. Enkele stelden het zeer hoog, andere, hoezeer er een machtig middel in erkennende tot oefening van oog en hand, achtten dat de waarde overschat wordt Een dezer laatste deelde ons mede, dat van de 17 jongens zijner school 4 bloemist, 1 groen teboer1 gasfitter, 2 loopjongen, 1 huisknecht, 1 leestenmaker, 1 smid, 3 schilder en 3 zonder vak zijn, waaruit hij meende te mogen besluiten, dat jongens, die een degelijk vak leeren, geen behoefte aan herhalingsonderwijs gevoelenmaar zeker te vinden zullen zijn voor de teekenacademie of de ambachtsschool. Aan zijne school werd dan ook alleen geteekend, omdat de jongens het gaarne doen en meer om de vormen dan om de praktische waarde van het vak. Aan eene Herhalingsschool (A.) werd zelfs in het geheel geen teekenonderwijs gegeveneensdeels bij gemis aan behoorlijke leerkrachten, anderdeels door al te ongelijke bekwaamheid der jongens, van wie vele nooit geteekend hadden Bij veel overeenkomst in het leerplan voor dit vak is er groot verschil in uitvoering en vorderingen aan de verschillende scholen op te merken. Gewoonlijk is de verdeeling der leerstof als volgt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 332