20
Aan het gebrek aan plaatsruimte, dat zich ten vorigen jare
zoodanig deed gevoelen, dat men leerlingen moest afwijzen,
werd tegemoetgekomen door den aanbouw van twee ruime,
Hink verlichte zalen boven de beide lokalen, aan weerszijden
van de groote zaal gelegen.
Het gezamenlijk aantal leerlingen heeft 809 bedragen, waar
van 33 kosteloos onderwijs genoten en 39 voor rekening van
leden de Academie bezochten.
Het aantal vrouwelijke leerlingen, dat de schilderklasse en
den cursus voor middelbaar onderwijs bezocht, overtrof verre
dat der mannelijke leerlingen. Aan de schilderklasse namen
41 vrouwelijke en 13 mannelijke leerlingen deel; de cursus voor
M. 0. werd door 51 vrouwelijke en 20 mannelijke leerlingen
gevolgd; voor den dagcursus in de kunstnijverheidsvakken
waren 8 vrouwelijke en 24 mannelijke leerlingen ingeschreven.
De namiddagcursus op Woensdag en Zaterdag werd door 37
vrouwelijke en 13 mannelijke leerlingen gevolgd. De laagste
klasse van den winter-avondcursus bevatte 451 mannelijke leer
lingen, terwijl 75 mannelijke leerlingen in de hoogere klassen
geplaatst waren.
Voegt men 43 nieuwe leerlingen van den zomercursus bij
het cijfer van 809, dan verkrijgt men 852 leerlingen, die in het
afgeloopen Academiejaar de lessen volgden.
Van den zomercursus daalde de schilderklasse tot 41 leer
lingen (37 vrouwelijke en 4 mannelijke'), klom het aantal leer
lingen M O. tot 80 (57 vrouwelijke en 23 mannelijke) en
verminderde het aantal deelnemers in den dagcursus voor
kunstnijverheidsvakken tot 18 (11 mannelijke en 7 vrouwelijke)
leerlingen. Aan den zomer-ochtendcursus (bouwkundige les)
namen 28 mannelijke leerlingen deel, terwijl 8 vrouwelijke
leerlingen voor boetseeren en anatomie werden ingeschreven.
Met het vakteekenen hielden zich 317 leerlingen bezig.
Het pleisterteekenen werd door 82 leerlingen gevolgd.
Naar het klein ornament teekenden 17 leerlingen, naar het
groot-ornament en stilleven 27 en naar het fragment-pleister
24 leerlingen. Het antiek-pleisterbeeld werd door 14 leer
lingen gevolgd. Niet meer dan 8 leerlingen teekenden des
avonds naar het levend model. In het boetseeren oefenden
zich 36 mannelijke en 7 vrouwelijke leerlingen.
Aan de twee laagste klassen bouwkunde werd door 193
leerlingen deelgenomen; 125 bevonden er zich in de 3e en 4e
klasse; in de 5e en 6e oefenden zich resp. 27 en 19, in de
7e 19 leerlingen. De klasse tuinbouw bestond uit 13 aanstaande
tuinlieden. In de klasse ijzerconstructie waren 22 en in die
voor het werktuigkundig teekenen 32 leerlingen.
Aan de theoretische vakken werd deelgenomen door 38
leerlingen voor meetkunde en projectie; door 16 leerlingen