20 B. De Ambachtsschool. Directeur: de heer H. S. Boersma. de indeeling bij het paraelelafdeelingen gesplitst. Naar het door hen gekozen beroep zijn onder de leerlingen 70 timmerlieden. 13 meubelmakers. 4 beeldhouwers. 18 huisschilders. 61 smeden en machinebankwerkers. 23 koper-, blik-, zink- en loodbewerkers. voor logarithmen en werktuigkundedoor 17 voor landmeetkunde. In beschrijvende meetkunde ontvingen 47 leerlingen des avonds en 20 des daags les; de dagles in perspectief bestond uit 35 leerlingen; de avondles uit 11 leerlingen. In planimetrie ont vingen 45 leerlingen onderwijs; in landmeetkunde 16 leerlingen. De wintercursus in anatomie bestond uit 16, de dagcursus uit 17 leerlingen M. O. Het onderwijs in proportie werd aan 32 leerlingen verstrekt Het vakonderwijs, dat in den winter werd gegeven, eischte de benoeming van verscheidene nieuwe leeraren. Behalve de heer C. J. Jes tot leeraar in de bouwkunde, in de plaats van den naar Amsterdam vertrokken leeraar Berden, wien de betrek king van Directeur van ’s Rijks Kunstnijverheidsschool werd opgedragen, werden met'4 October 1899 de heeren II. Boekholt, W. Beelen, C. Keijzer, J. Midderigh en 0. J. Rovers tot leeraren in het vakteeken benoemd Mej. A. G. Dyserinck werd als assistente bij het perspectief onderwijs en mej. H. llols- boer als assistente bij het stilleven teekenen aangesteld. Bij den aanvang van den nieuwen cursus verving de heer T. Dupuis den heer W. Odé, die door zijne benoeming tot leeraar aan de Polytechnische school te Delft zijn eervol ontslag als hoofdleeraar in de boetseerklasse gevraagd en gekregen had. In de plaats van de liter 0 J. Jes, die eene betrekking in Arnhem had aanvaard, werd insgelijks met ingang van 1 October 1900, benoemd de heer A. Loran, bouwkundige alhier. In de plaats van den heer Godon trad ook hier de heer Mr. Snouck Ilurgronje als voorzitter op. De school werd in 1900 bezocht door gemiddeld 250 leer lingen, tegen 240 in 1899, welke naar theoretisch onderwijs aldus verdeeld zijn: le klasse 144 2e 71 3 e 35 De le klasse bleef in vijf, de 2e in drie, de 3e in twee

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 452