Person eel.
4-
voorloopig plan voor den bouw van een gymnasium op de be
doelde plaats te doen ontwerpen en ons dat ter beoordeeling
toe te zenden. De mogelijkheid aannemende, dat de rector,
niet meer gebonden aan de plaats van het tegenwoordige gym
nasium zijn programma van eischen zou wijzigenverzochten
wij tevens, dat opnieuw overleg met hem zou plaats hebben.
De voorgeschreven bezichtiging van de localiteiten van het
gebouw had op 28 April plaats liet verkeert in goeden staat
van onderhoud. Eene verbetering had plaats, doordat uit
breiding geschiedde van de gelegenheid tot berging van over-
kleederen buiten de schoollokalen.
De kleedkamer voor de meisjesleerlingen, wier aantal aan
het einde van het jaar 32 bedroeg, is veel te klein en eene
andere ruimte is daarvoor niet te vinden. Eene herhaling van
de overige meermalen in het licht gestelde gebreken van het
gebouw, meenen wij thans achterwege te kunnen laten.
Bij Raadsbesluit van 13 November werd aan de afdeeling
’s Gravenhage van de Vereeniging -Eerste Hulp bij ongelukken*
voor 2 avonden per week, gedurende het tijdvak van 16 No
vember tot en met 31 Januari d. a. v. een lokaal van het
gymnasium in gebruik gegeven.
Bij Raadsbesluit van 27 November werd aan de ’s-Graven-
haagsehe ToynheeVerecniging «Ons Huis- vergund, op één
avond per week, gedurende het tijdvak van 1 December tot
en met 31 Maart d. a. v. gebruik te maken van het lokaal
voor natuurkunde met de noodige instrumenten, tot het geven
van een cursus in natuurkunde aan sommige leden van ge
noemde Vereeniging.
Naar aanleiding van zijne benoeming tot leeraar aan het
Erasmiaansche Gymnasium te Rotterdamwerd bij Raadsbesluit
van 9 Januari, aan den tijdelijken leeraar voor Geschiedenis
en Nederlandse!» N. Japikse, op zijn verzoek, met 1 Maart
eervol ontslag verleend. In zijne plaats werd, bij Raadsbesluit
van 20 Februari, benoemd de beer J. II. Gosses, en wel voor
het tijdvak van 1 Maart tot 1 September d. a v. voor
Geschiedenis, en voor het tijdvak van 1 Maart tot 16 Novem
ber d. a. v. voor Nederlandsch. Met bekomen goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders, droegen wij hem vervolgens
het onderwijs in Geschiedenis op, voor het tijdvak van 1 Sep
tember tot 16 November d. a. v.waarna hij, bij Raadsbesluit
van 23 October, voor het onderwijs in beide vakken werd
herbenoemd voor het tijdvak van 16 November tot 1 Septem
ber 1901.