25
Van het aantal leden der Academie, dat op 1 October 1895
115 bedroeg, verloor onze instelling er 12 zoo door den dood
als door verandering van woonplaats. Vier nieuwe leden traden
met 1 October jl. toe, zoodat het aantal nu slechts 107 bedraagt.
Door bemiddeling der Regeering ontving de Academie op
haar verzoek eene belangwekkende verzameling pleisterafgietsels
van wege het Rijksmuseum te Amsterdamhet Departement
van Koloniën had de welwillendheid ten behoeve onzer Bibliotheek
het werk van Dr. Leemans over den Boro boedoertempel af te
staan, terwijl heeren Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
vijf door Prof. Sturm fraai geschilderde decoratieve paneelen
benevens andere versieringen aan de Academie ten geschenke
gaven. Een geschenk dat men vermoedelijk te danken had aan
de zoo welgeslaagde opdracht aan den Directeur der Academie
van Delden, om den gevel van het Koninklijk paleis in het
Koordeinde tijdens de Kroningsfeesten te versieren.
In den loop van den winteravondcursus werden in den vorm
van boeken of platen prijzen van 5, ƒ3 en ƒ2 uitgeloofd aan
die leerlingen, welke de volledigste verzameling gedroogde
planten ten behoeve van het onderwijs zouden inleveren. Deze
maatregel heeft ten gevolge gehad dat door enkele leerlingen
zeer belangrijke en met groote zorg bijeengebrachte verzame
lingen zijn ingeleverd.
Alhoewel men in de maanden October en November 1899
verplicht is geweestherhaaldelijk jongelieden die de Afdeeling
Bouwkunde wenschten te bezoekenwegens plaatsgebrek af te
wijzen, bedraagt het gezamenlijk aantal leerlingen echter slechts
809. De oorzaak van die behoefte aan grootcre ruimte ligt
in het vakteekenen, hetwelk tengevolge heeft, dat al de leer
lingen de zes weekavonden ter Academie komen. Ofschoon nu
het gezamenlijk aantal 809 bij dat van het vorige jaar ten
achter staat, ligt het voor de hand, dat met de steeds aan
wassende bevolking ook de toevloed van leerlingen geleidelijk
zal stijgen.
Van die 809 leerlingen waren er 33, die kosteloos het on
derwijs genoten, terwijl 39 voor rekening van leden de Academie
bezochten.
Het aantal vrouwelijke leerlingen dat de schilderklasse
en den cursus voor Middelbaar onderwijs bezocht, overtrof
In de plaats van den heer C. J. Jes, die eene betrekking
in Arnhem had aanvaard, werd insgelijks, met ingang van
1 October 1900, benoemd de heer A. Loran, bouwkundige
alhier.