24
ONAFGEBROKEN.
TE ZAMEN.
TIJDELIJK.
Gezinnen. Personen.
Gezinnen. Personen. Gezinnen.
Personen.
705
1819
2770
229
951
934
Het 'gezamenlijk aantal der door het Burgerlijk Armbestuur
in 1900 bedeelden heeft, met uitzondering van dezulken ten
wier behoeve reispenningen of transportkosten enz. werden ver
strekt, bedragen:
waaronder 298 eenloopende gezellen en 636 gezinnenuitma
kende 2770 personen.
Naar de verschillende kerkgenootschappen is de verdeeling
ingericht naar het voorschrift, vervat in art. 26 der Verorde
ning, als volgt:
1